„Sluiting kerk geen nederlaag”
„Kerksluiting is lang niet altijd een nederlaag, maar het kan nooit een makkelijke actie worden. Als er de komende tien jaar 600 protestantse kerken dichtgaan en 400 rooms-katholieke, dan is er wel reden hier een kennisnetwerk voor in het leven te roepen, een vraagbaak, iets van een Deltaplan.”
Daarvoor pleitte prof. dr. M. te Velde vrijdag in Apeldoorn op de in de pers reeds veel genoemde conferentie over ”Sluiten of doorstarten?” De hoogleraar kerkrecht en gemeenteopbouw van de Theologische Universiteit Kampen schetste kerksluiting als een rouwproces voor de betrokkenen, dat met horten en stoten gepaard gaat, met gevoelens van teleurstelling, schuld, verlies van een dierbare plek.Toch bepleit de hoogleraar „christelijke nuchterheid.” „De kerk kan zich niet lineair ontwikkelen tot iets dat steeds beter en mooier wordt. Altijd zijn er in de geschiedenis van de kerk bewegingen van groei en krimp geweest, en ze zullen er blijven. Vooral die krimp doet pijn. Maar in een wereld waar God regeert, moeten kerken gewoon maar mee in de gang van de historie.”
Een andere factor die tot nuchterheid dringt is volgens prof. Te Velde dat de kerk er in Nederland nog relatief gunstig voorstaat.
Bij alle nuchterheid wilde de hoogleraar tegelijk een waarschuwing laten klinken. „Als kerksluiting een in de geschiedenis telkens weer meekomend verschijnsel is, hoeveel halflege kerken zijn zich daarvan dan bewust? Zelfbeproeving is nodig: Zijn we er als gemeente zelf mede verantwoordelijk voor door verschraling van geloof en prediking, verburgerlijking en interne gerichtheid?”
Ook de christelijke gereformeerde predikant dr. S. J. Wierda wil realistisch zijn. „De voorbeelden van vandaag maken wel duidelijk dat het nieuwe leven van een gemeente er niet zomaar komt. Herplanten – dat is radicaal. Niet „verbeteren” is het sleutelwoord, maar „opnieuw beginnen.” Een nieuw paradigma inzake kerkzijn is nodig. In de theologische literatuur is er nauwelijks iets geschreven over herplanting; we zullen dat nieuwe paradigma samen moeten uitvinden.”
De Amsterdamse predikant schetste alvast een paar houtskoollijnen. Hij benadrukte dat er niet één model is, maar dat per situatie moet worden uitgevonden wat daar het beste kan gebeuren.
Dr. Wierda onderscheidt verschillende „kritische succesfactoren.” Zo vindt hij een begrijpelijke, relevante en aansprekende prediking en een gastvrije samenkomst van belang. „De belangrijkste factor noem ik als laatste: Geloof, geloven dat het kan, zelfs geloven dat God het wil. Niet de pionierstypes, maar Gods Geest moet het doen”, aldus de predikant.