WNF: Visvangst voor 40 procent bijvangst
Ruim 40 procent van de wereldwijde visvangst is bijvangst. Dat stelde het Wereld Natuur Fonds (WNF) woensdag op basis van schattingen van vangsten die niet worden gebruikt of waarvoor geen regels zijn opgesteld.
Volgens het WNF gaat het jaarlijks om zeker 38 miljoen ton vis. De cijfers staan in een wetenschappelijke publicatie, die eind april in het tijdschrift Marine Policy verschijnt. Met de publicatie doet de natuurbeschermingsorganisatie een voorzet voor een betere definitie van bijvangst.Voor dit onderzoek baseren de onderzoekers zich op gegevens van de belangrijkste visserijen van de wereld. Volgens oude definities is de bijvangst wereldwijd 7 tot 27 miljoen ton vis.
Van veel bijvangst is onder meer sprake bij het vissen op tropische garnalen in Azië. Deze visserij gebeurt met trawlers die hun fijnmazige netten over de bodem slepen en zo alles meenemen wat in de netten komt. Voorheen zetten de vissers de bijvangst overboord, maar door tegenvallende garnalenvangsten wordt ook de rest maar aan wal gebracht. Hetzelfde gebeurt in de tonijnvisserij, waar vissers steeds vaker de bijgevangen haaien aanlanden, omdat ze steeds minder tonijn vangen.
„Veel mensen weten niet hoe groot bijvangst kan zijn”, zegt visserijexpert Carel Drijver van het Wereld Natuur Fonds in Trouw. „Vooral bij de tropische garnaal, zo populair in onze keuken, is die bijvangst door het gebruik van fijnmazige netten dramatisch groot. Voor ieder bordje tropische garnalen, worden negen bordjes met andere vissoorten opgevist.”