Binnenland

Verzoenlijk, maar ook Gode gehoorzaam

Christelijke politici debatteren in verkiezingstijd onvermijdelijk over het dragen van regeringsverantwoordelijkheid en het aangaan van compromissen. Maar wat lezen zij daarover eigenlijk in de Schrift? Over het politieke compromis niet veel, constateert de christelijke gereformeerde theoloog prof. dr. T. M. Hofman. „Maar over het compromis als zodanig des te meer.”

Peter van Olst
6 January 2003 08:40Gewijzigd op 14 November 2020 00:02
Christelijke politici debatteren in verkiezingstijd onvermijdelijk over het dragen van regeringsverantwoordelijkheid en het aangaan van compromissen. Maar wat lezen zij daarover eigenlijk in de Schrift? Over het politieke compromis niet veel, constateert
Christelijke politici debatteren in verkiezingstijd onvermijdelijk over het dragen van regeringsverantwoordelijkheid en het aangaan van compromissen. Maar wat lezen zij daarover eigenlijk in de Schrift? Over het politieke compromis niet veel, constateert

Verkwanselt het CDA de christelijke identiteit in de onderhandelingen met coalitiepartners? Lonkt de ChristenUnie te veel naar de macht? Ontloopt de SGP omwille van principiële zuiverheid de politieke verantwoordelijkheid voor het bestuur van onze pluriforme samenleving? Wederzijdse kritiek is er genoeg, maar een deugdelijke bijbelse argumentatie ontbreekt nogal eens.

Voor een deel is dat begrijpelijk, want de Bijbel biedt op het eerste gezicht maar weinig aanknopingspunten voor de actuele democratische politiek. Jawel, Mozes bood aan Israëlitische echtelieden de mogelijkheid te scheiden in geval van hoererij. Dat zegt iets over de relatie tussen politiek en de zedelijke draagkracht van het volk, die er ook vandaag de dag behoort te zijn. Maar zegt het ook meer?

Romeinen 13 verklaart de overheid tot dienaresse Gods. Dat lijkt een helder statement, maar waar de een (SGP) er een theocratische staatsvisie aan ontleent, heeft de ander (CDA) het over het bieden van een „stil en gerust leven” aan vogels van zeer diverse pluimage. Jozef en Daniël zijn verder bijbelse figuren met regeringstaken in niet-godvrezende regimes, maar onduidelijk blijft of zij daadwerkelijk vuile handen hebben moeten maken.

En dus zoekt prof. dr. Hofman zijn vertrekpunt nu eens niet bij de overbekende passages, maar in de geschiedenissen van Abraham. Ooit trof deze vader aller gelovigen een „minnelijke schikking” met zijn neef Lot - een compromis in de brede zin des woords dus. „De opstelling die Abraham koos, is heel typerend”, aldus Hofman. „Hij had op zijn strepen kunnen gaan staan, maar liet de keus aan Lot, de minst rechthebbende.”

Abraham had de beste grond voor zijn eigen kuddes kunnen kiezen, want God zelf had hem in die landstreek geplaatst én hij was de drager van Gods belofte. De „stap terug” die hij daarentegen doet, herinnert Hofman aan het „Zalig zijn de zachtmoedigen” uit de Bergrede. „Zij zullen het Koninkrijk beërven”, aldus de Apeldoornse hoogleraar. „Aan het einde van Genesis 13 bevestigt God Zijn belofte aan Abraham.”

Wat hedendaagse christenen daarvan kunnen leren? „Dat we niet te snel ons recht moeten halen”, meent Hofman. En christenpolitici? „Ook zij moeten zich verzoenlijk opstellen. Soms moet je durven terugtreden. Van zo’n houding kan heel veel uitgaan. Vooral in onze moderne maatschappij. Niet van alles een halszaak maken, maar integer zijn en respect tonen. Dan komt het ook over wanneer je door iets anders werkelijk diep geraakt bent.”

Verzoenlijkheid is ook het kenmerk dat Hofman terugvindt in twee gedeelten uit het Nieuwe Testament. Tijdens het Apostelconvent (Hand. 15) kon de uiterst moeilijke kwestie van de levenswandel van bekeerlingen uit de heidenen erdoor beslecht worden. In 1 Kortinthe 6 doet Paulus de aanbeveling om onderlinge geschillen niet voor te leggen aan de wereldlijke rechter, maar aan degene die „in de Gemeente het minst geacht is” en stelt hij de kritische vraag waarom de Korinthiërs niet „liever ongelijk” lijden.

Zo moet het soms ook in de politiek, meent Hofman. „Je houding kan een sta-in-de-weg zijn. Er zijn middelmatige zaken waarin we niet het onderste uit de kan moeten willen. Vooral als je eigen belang in het geding is, moet je niet te snel met principes zwaaien. Al snel redeneer je in je eigen voordeel. Geen belasting meer betalen, omdat de overheid het geld op onverantwoorde manier uitgeeft? Pas op: het mensenhart is arglistig; we bevinden ons hier op ethisch zeer glibberig gebied.”

Grenzen
Toch kent de verzoenlijkheid van Hofman nadrukkelijk grenzen. In Handelingen 4 en 5 is het afgelopen met het compromis, betoogt de nieuwtestamenticus. „Wij kunnen niet laten te spreken”, houden Petrus en Johannes in hoofdstuk 4 vol, dwars tegen de dreiging van de Joodse raad in. „Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen”, voegt Petrus er in hoofdstuk 5 aan toe.

„Privé moet een christen(politicus) soms onrecht lijden”, concludeert Hofman, „maar publiek mag hij zich nooit laten dwingen onrecht te doen. Dat was ook de houding van veel Nederlandse edelen onder het Spaanse bewind. Zij weigerden pertinent om medechristenen om te brengen. Opvallend is dat juist genoemde teksten uit Handelingen 4 en 5 tijdens de Opstand veelvuldig geciteerd werden.”

Ook Daniël en zijn vrienden zijn in dit verband lichtende voorbeelden. „Het is bijna niet in te denken dat zij op hun verantwoordelijke posities in het Babylonische rijk nimmer betrokken zijn geraakt bij dingen die heel moeilijk lagen”, zegt Hofman voorzichtig, „maar op de momenten dat het er echt om ging stonden ze pal. Daniël kwam daardoor in de leeuwenkuil, zijn vrienden in de vurige oven.”

Actueler voorbeeld: koning Boudewijn van België. „Op het moment dat hij weigerde die abortuswet te tekenen, liet hij zien hoe diep het respect voor God in zijn leven was. Dat was geen show, maar innerlijke overtuiging.” Zo prijst Hofman ook oud-SGP-kamerlid ds. H. G. Abma. „Een gedreven man met een goede houding en oprechte intenties. Van zo iemand accepteert de buitenwacht veel eerder dat er grenzen zijn waarover hij niet heen mag, niet heen wil en niet heen kan.”

Christelijke vrijheid
Hofmans betoog over de verzoenlijke houding, begrensd door stellige geloofsovertuiging, moet echter concreter worden wil het een handvat kunnen zijn voor hedendaagse christenpolitici. Om te beginnen kijkt Hofman kritisch naar zijn eigen gereformeerde gezindte. „Soms denk ik: Er zijn niet veel middelmatige zaken meer over. Er zou meer aandacht mogen zijn voor de christelijke vrijheid. Laten we maar erkennen dat we het over internet binnen de gezindte oneens zijn. Maar blijf wel beseffen dat de vrijheid niet mag worden misbruikt als een deksel voor het vlees.”

Toen paars de winkels in bepaalde wijken alle zondagen per jaar wilde openstellen, hield de SGP vast aan de absolute zondagsrust. De CU zocht het compromis van zo min mogelijk zondagen. Wat vindt u verantwoord?
„Laat ik vooropstellen dat ik christenpolitici op dergelijke punten niet benijd. Ik kan me voorstellen dat je in een enorme spagaat terechtkomt. Ik wil dan ook niet oordelen over beide standpunten. Waar het mij om gaat, is dat de intenties oprecht zijn. Zegt de SGP: We gaan hier geen mijl in mee, dan respecteer is dat. Maar evengoed kan ik me iets voorstellen bij de drang die de ChristenUnie voelt om de schade te beperken, al moet je daarvoor vuile handen maken. Laten we elkaar om dit soort keuzes vooral niet verketteren. De Schrift spreekt helder over de zondagsrust, maar niet over een dergelijke strategische positiebepaling. Als je kijkt naar de intenties, liggen de standpunten dicht bij elkaar, terwijl het stemgedrag totaal verschilt.”

Het CDA was even voor controle op de godsdienstles. Is dat een juiste verzoenlijke opstelling? We hebben toch niets te verbergen?
„O, maar we hoeven als christenen ook niet over ons te laten lopen. Dit betreft niet iets marginaals, zoals de controleur voor kijk- en luistergeld die kwam kijken of je echt geen tv had. Het gaat om de verworvenheden van een lange en moeizame schoolstrijd, waaronder een stevige juridische basis ligt. Het raakt de opvoeding van onze kinderen, onze doopbelofte. Nee, laten we hier vooral een streep trekken: geen staatsopvoeding, geen koekoek één zang.”

Hoe kijkt u aan tegen eventuele regeringsverantwoordelijkheid voor CU of SGP?
„Persoonlijk ben ik bang dat je niet geaccepteerd zult worden als je van meet af aan je geestelijke principes overeind wilt houden. Het draagvlak voor christelijke politiek is in onze samenleving minimaal geworden. We zijn zo ver doorgeschoten dat we een afkeer hebben van onze geestelijke wortels. Voor je aan regeren toekomt, krijg je een enorme koehandel en pas als al je tanden eruit getrokken zijn, mag je meedoen. Laat je dat niet gebeuren, dan vinden ze je nog lastiger dan GroenLinks en word je zo weer aan de kant geschoven. Nee, meeregeren lijkt me in de huidige constellatie slechts een theoretische optie.”

Dan maar een coup en vervolgens compromisloze kerstening?
„Ach, je moet voorzichtig zijn in het vellen van een oordeel over personen uit het verleden, maar wat is er in Engeland van Cromwell en de zijnen geworden? Het duurde maar even of er brak onder de Cromwell-getrouwen grote onenigheid uit. Laat hedendaagse christenpolitici vanuit de volksvertegenwoordiging het profetisch getuigenis paren aan priesterlijke bewogenheid. Dat zou mij het liefste zijn.”

Volgende week oud-SGP-kamerlid Van den Berg over het compromis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer