„In het verpleeghuis in Tel Aviv vielen we kilo’s af”
„Eén keer ben ik boos geweest”, memoreert ds. J. Willemsen uit Dirksland met een knipoog een ‘heikel’ moment uit zijn ambtsperiode. De hervormde emeritus predikant doelt op de dag dat de pastorie in Eethen bezaaid lag met spullen voor een verkoping van de vrouwenvereniging. „Dat zelfs de slaapkamer vol was, vond ik prima. Maar toen de vrouwen beslag wilden leggen op de studeerkamer, ging dat te ver.”
De Flakkeese predikant stond vorige week veertig jaar in het ambt. In zijn eerste predikantsplaats, Eethen en Drongelen, fungeerde de pastorie als verenigingsgebouw. Het huis was het decor van belijdeniscatechese, de jeugdvereniging en de oppasdienst op zondag. Kinderen vierden er kerstfeest, ouderen bakten er oliebollen in de garage. „Nu je dit allemaal opsomt, denk je: er gebeurde wel veel”, bekent zijn vrouw. „Maar toch had het iets. Predikantsvrouwen van nu missen veel.”Het verblijf in de Brabantse plaats, van 1969 tot 1976, werd getekend door de gebeurtenissen rond Thomas. Het gehandicapte zoontje van het predikantsechtpaar overleed op tweejarige leeftijd. Ds. Willemsen: „Afgelopen zondag zijn we met de hele familie bij zijn grafje geweest. Hij ligt naast de kerk begraven.” Veel tijd voor de rouwverwerking was er niet. „Alles moest doorgaan, vonden mensen toen.”
Troost
Na Eethen en Drongelen stond de predikant in Stad aan het Haringvliet –„Daar hebben we het geweldig goed gehad”– en Klundert (1981). Van 1990 tot 2003 werkte hij als geestelijk verzorger in verpleeghuis De Samaritaan in Sommelsdijk. Het contact met mensen aan de zijlijn, zieken, dementerenden of gehandicapten, spreekt hem aan. Nog steeds. „Er is veel nood onder hen. Ze hebben geen uitzicht omdat ze niet beter worden. Ze vragen zich daarom af wat het nut van hun leven is. Hoe kan ik verder? Maar ook: hoe kan ik voor God verschijnen?”
Buitenkerkelijken die ineens geconfronteerd zijn met hun totale afhankelijkheid, stellen de vraag of ze nog mogen geloven. „Verpleeghuispastor zijn is moeilijk en mooi werk. Moeilijk omdat je meelijdt met mensen, mooi omdat je zelf niet hoeft te troosten. De Bijbel geeft meer troost dan alle andere woorden. Die biedt uitzicht.”
Veel bewondering heeft de predikant uit Dirksland voor de verpleegkundigen. „Het is jammer dat de overheid maar blijft bezuinigen. Waar is de zorg voor mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen? De meisjes houden nauwelijks tijd over om met iemand te praten.”
Zes jaar geleden ging ds. Willemsen met emeritaat. Ook om meer tijd met zijn vrouw te kunnen doorbrengen. „Het eerste jaar ging dat prima. We fietsten veel. Maar na de kerkscheuring in hervormde kring was er op Flakkee een groot tekort aan predikanten.” Hij werd consulent in Goedereede en preekte veel. Later werd dat minder.
Ongeveer zes avonden per jaar is de predikant kwijt aan kerkvisitatie. „Ik hoor mooie dingen, maar ook trieste verhalen over leegloop en afnemende avonddiensten. Mensen zijn steeds meer op zichzelf gericht. Ze zoeken bewust naar wat hen op dit moment aanspreekt. De zondag is een uitgaansdag geworden. Het sociale leven draait niet meer om de kerk.”
In het begin van zijn ambtsperiode was dat heel anders. „In Eethen en Drongelen gingen alle jongeren naar catechisatie, ook als ze niet kerkelijk waren. Onkerkelijken verwachtten nog veel van de kerk. Dat je rouwdiensten en begrafenissen leidde, of dat je een bruiloft bezocht om voor het eten te bidden, zelfs als het paar niet in de kerk was getrouwd.”
Bossen
Enige tijd geleden deed het predikantsechtpaar drie weken lang vrijwilligerswerk in een Joods verpleeghuis in Tel Aviv. Persoonlijke aandacht kregen de bewoners vrijwel niet van het personeel. „Het kwam voor dat een verzorgende iemand eten gaf en tegelijk telefoneerde.”
Het was zwaar, geven ze beiden aan. „We vielen kilo’s af. Eigenlijk waren we te oud voor dat werk. Maar het was hard nodig. Je moet niet alle tijd voor jezelf houden. Bovendien wilden we graag een keer naar Israël.”
Hoe is het om zelf aan de zijlijn te staan? „Je merkt heel goed dat je minder kunt. We denken en praten meer dan eerst over de tijd dat we er niet meer zijn. Dat is niet erg. Het hoort erbij. We zijn dankbaar dat we dit jubileum mogen beleven.”
De predikant en zijn vrouw zijn geboren in Bennekom. „Ik zei altijd: als ik stop met werken, gaan we terug naar de bossen. Maar drie van onze vier zoons wonen in Sommelsdijk. Bovendien wonen we met veel plezier op Flakkee, met fijne mensen om ons heen.”
Zijn vrouw: „Als we heimwee hebben, gaan we naar Halsteren om daar in het bos te wandelen.”