Appelteler bij RvS om woelrattenplaag
Biologische appel- en perenkweker L. Ruissen uit Varik in de Betuwe neemt geen genoegen met de in zijn ogen te lage schadevergoeding voor een woelrattenplaag in 2004 en 2005. Dat bleek maandag bij een rechtszitting van de Raad van State.
Door de bescherming van de woelrat of -muis vanaf 2002 heeft het diertje zich snel vanuit Limburg over het land verspreid. Ruissen, die op biologische wijze appels en peren teelt, werd in 2005 volslagen overvallen door een woelrattenplaag.In een paar weken tijd explodeerde het aantal woelratten van een paar honderd tot ruim 10.000. Zij deden zich vooral tegoed aan de wortels van de appelbomen, die daardoor massaal het loodje legden. Ruim 4200 bomen verwelkten en moesten worden vervangen. Nog eens 1800 bomen waren flink aangetast, waardoor ze nog een paar jaar een lagere fruitopbrengst hadden.
In 2006 had Ruissen de plaag eindelijk onder controle, omdat de woelratten weer bestreden mochten worden. Het Faunafonds, dat in bijzondere gevallen schade door plagen of onverwachte vraat vergoedt, berekende de schade van Ruissen op ruim 86.000 euro. Daarvan wil het fonds ongeveer 82.000 euro aan schadevergoeding uitkeren.
Ruissen was het niet eens met de schadetaxateurs van het Faunafonds en schakelde eind 2005 een eigen taxateur in. Het bureau Agrotax kwam uit op een schadebedrag van 1,9 miljoen euro.
De rechtbank in Arnhem liet ook een onderzoek doen en kwam uit op een schadebedrag van 812.710 euro. Uiteindelijk ging zowel Ruissen als het Faunafonds bij de Raad van State in hoger beroep bij de Raad van State. Ruissen wil meer schadegeld dan de bedragen waar de rechtbank en het Faunafonds op uitkomen en het schadefonds wil niet meer dan 81.789 euro betalen.
Tijdens de rechtszitting van de Raad van State vandaag draaide het vooral om de vraag of de einddatum van de schadetaxatie wel juist was. Het Faunafonds heeft de taxatie van alle schade van 2004 en 2005 op 27 oktober 2005 beëindigd.
Volgens Ruissen is de winterperiode 2005-2006 geheel ten onrechte buiten beeld gebleven. „Het vreten aan de wortels ging gewoon door. Dat kun je in september en oktober niet meer aan de bomen zien, omdat de bladeren sowieso verkleuren. De schade zie je pas in het voorjaar van 2006, als de bomen alsnog verwelken”, aldus Ruissen.
De woordvoerder van het Faunafonds zei dat de schadeperiode van 2004-2005 nu eenmaal eind oktober afloopt. „Als Ruissen in het voorjaar 2006 nieuwe schade aan zijn bomen had, dan had hij een nieuw schadeverzoek voor de periode 2005-2006 moeten indienen.”
Staatsraad J. Vermeulen zei dat het Faunafonds dat niet aan Ruissen heeft geschreven in een besluit op diens bezwaren. „Het was toch wel zo netjes geweest om Ruissen daar op te wijzen”, aldus Vermeulen.
„Mogelijk hebben we dat niet goed gedaan, maar we blijven erbij dat er in 2006 geen grote nieuwe schade bij Ruissen was en dat het schadebedrag in orde is”, zei de woordvoerder van het Faunafonds.
De Raad van State gaat onderzoeken hoe hoog het schadebedrag werkelijk dient te zijn. De raadsman van Ruissen zei dat het voortbestaan van diens biologische kwekerij op het spel staat omdat hij weinig klappen kan opvangen.
Uitspraak volgt over enkele weken.