Turkije speelt anderen zwarte piet toe
Zowel economisch als politiek gezien bevindt Turkije zich in een ernstige crisis. De oorzaken van de crisis zitten namelijk diep verweven in de Turkse volksaard. Schuld bekennen is er niet bij. Dat blijkt onder meer uit een vraaggesprek met Jessica Lutz, schrijver van het boek ”De gouden appel, Turkije tussen Oost en West.”
Ik ontmoet Jessica Lutz (40) op een zonnige najaarsdag op een terrasje aan de vredige Bosporus. Zo op het eerste gezicht zou je denken dat alles wel koek en ei moet zijn in Turkije. Toch heerst er grote onvrede bij veel mensen. Lutz woont en werkt sinds 1989 in Turkije en onlangs verscheen haar eerste boek over het land waar ze een soort haat-liefderelatie mee heeft.
Wat heeft je gemotiveerd om ”De gouden appel” te schrijven?
„Ik vond dat er in het Nederlands geen boek bestaat dat het Turkije van vandaag uitlegt. Omdat ik hier al lang woon en met een Turk ben getrouwd, had ik het gevoel dat ik wel iets te vertellen had over Turkije. En ja, ik houd van Turkije.”
Waarom houd je van Turkije?
„Ik vind de Turken ontzettend warme, spontane mensen, onbaatzuchtig en ontwapenend. In het begin was ik ook volledig overweldigd door hun oprechte gastvrijheid. Geografisch gezien is het natuurlijk een fantastisch mooi land. Verder zijn de Turken easy going. Als moslim mag je bijvoorbeeld geen alcohol drinken. Maar volgens de Turken heeft Allah alleen gezegd dat je geen wijn mag drinken. Hij heeft niets over raki (45 procent alcohol!, SP) gezegd dus… Ondanks die goede kanten gaat het economisch en politiek gezien ronduit slecht met Turkije. Iedereen die ik spreek klaagt steen en been over Ankara en de economie, die nu al twee jaar plat ligt. De Turken vertrouwen hun 550 volksvertegenwoordigers absoluut niet. Niet zo vreemd ook als ik in het dagblad Cumhuriyet lees dat ruim een kwart van de kandidaat-parlementariërs voor de verkiezingen die 3 november plaatshadden een strafblad heeft.”
Hoe komt het dat de Turkse politiek en economie zo vastlopen?
„De Turken leggen altijd de schuld bij iemand anders. Ze zoeken nooit de verantwoordelijkheid bij zichzelf. Men wijst hier altijd met de beschuldigende vinger naar anderen. Die mentaliteit draagt ertoe bij dat men in Turkije niets nieuws wil accepteren. Waarom zou je veranderen als je denkt dat er met jezelf niets verkeerd is en dat alle oorzaken buiten jou liggen?”
Daarbij komt nog het oosterse fatalisme. Alles ligt in de hand van iets hogers en het maakt niet uit of dat nu de president of God is. Ik kan toch niets veranderen aan mijn lot.
„Die fatalistische instelling en voor je eigen leven of falen (of dat van een ander) geen verantwoordelijkheid nemen, hebben alles met elkaar te maken. De Turken kunnen daarom verbazingwekkend onverschillig en hard naar elkaar toe zijn.”
Corruptie en het gebrek aan respect voor de mensenrechten bij de overheid zijn in dat licht niet zo verbazingwekkend. Dat heeft weer te maken met de islamitische gedachte dat zonde pas zonde is wanneer je wordt betrapt. Het bijbelse idee dat zonde allereerst een relatie- en vertrouwensbreuk met God en je medemens betekent, kunnen veel Turken (moslims) nauwelijks vatten. In hun dagelijkse zaken- en familierelaties ondervinden de Turken echter wel veel schade van hun geloofsprincipes. Lutz vindt dat soms wel tragikomisch: „Iedereen houdt elkaar voortdurend voor de gek. De betalingsmentaliteit is abominabel. Veel kleine bedrijfjes gaan failliet omdat de grotere weigeren te betalen. Het wantrouwen onderling uit zich traditioneel ook bij families onderling, hetgeen je ziet aan het uithuwelijken binnen families.”
Hoe zou je het Turkije van vandaag in en paar regels kenschetsen?
„Ik vergelijk Turkije wel eens met een puber. Een land dat volwassen aan het worden is, zichzelf fantastisch vindt en denkt dat het alles kan. Een land dat af en toe verschrikkelijk met zichzelf in de knoop zit. Europa zie ik een beetje als de ouderfiguur die ze het liefste de baas willen zijn. Ik geloof ook heilig dat Turkije bij Europa wil omdat het de ambitie heeft Europa te regeren. Het is helemaal niet van plan om zich te onderwerpen aan Brussel.”
Turkije komt op mij nogal eens over als een dubbel, gespleten land. Je geeft het in de titel van je boek al wel aan: Turkije tussen Oost en West. Kun je een voorbeeld geven van die gespleten houding?
„De relatie met het Westen is een van de beste voorbeelden. Aan de ene kant is het als een drammend kind dat per se bij Europa wil horen. Aan de andere kant is het niet bereid om zichzelf zodanig aan te passen dat het zonder meer bij club zou kunnen komen. Die dubbele houding vindt mijns inziens vooral haar oorsprong in de poging om westers te zijn terwijl hun ziel oosters is. Dat wringt.”
Veel Turken voelen zich enerzijds superieur over westerlingen, anderzijds voelen ze zich enorm onzeker en kampen met een groot minderwaardigheidscomplex. Hoe verklaar je dat?
„Ze lijden een beetje aan het postimperiumsyndroom. Tijdens het Ottomaanse Rijk zijn ze eeuwenlang wereldbeheersers geweest. Nog steeds hebben ze het gevoel dat ze de wereld (moeten) regeren. In oude Turkse geschriften lezen we dat de Turken voorbestemd zijn om de wereld te regeren. Dat geloof in hun waanzinnige superioriteit en genialiteit zit diep in de Turkse ziel. Aan de andere kant zien ze een land waar van alles en nog wat voortdurend in het honderd loopt. Een land dat economisch ver beneden de maat presteert. Dan krijg je zoiets van: Hé, hoe kan dat?”
Het neerkijken van de Turken op het in hun ogen christelijke Westen heeft volgens mij ook wortels in hun islamitische geloof. Deel je die mening?
„Ja, het heeft te maken met het geloof dat de islam een superieure godsdienst is. De laatste profeet en godsdienst zijn volgens de moslims de beste. Om je een voorbeeldje te geven. Een Turkse vriendin van mij wil volgende week trouwen met een Engelsman. Haar vader weigert om nog met haar te spreken. Trouwen met een ongelovige hond kan niet. In de islam neemt de vrouw de religie aan van de man. Dus is het prima als een christenvrouw met een moslim trouwt. Dan hebben we er een moslim bij. Andersom betekent het dat zij christen wordt en gaat ze regelrecht naar de hel. Op de bovenlaag in de steden na gelooft de meerderheid van de bevolking in Turkije nog steeds in deze superioriteit van de islam.”
Over een maand kan men stemmen op een van de 49 partijen. De strijd lijkt zich toe te spitsen op de islamitische Akpartij van Erdogan en de liberale Volkspartij met Baykal. Denk je dat het leger Erdogans partij veel ruimte zal laten?
„Ik denk dat het leger op de achtergrond niemand erg veel ruimte geeft. Officieel bemoeien ze zich niet met de politiek maar als de generaals iets niet zindt, gebeurt het gewoon niet. Natuurlijk houden ze de Akpartij extra in de gaten omdat het te boek staat als vervent islamitisch. Wat de partij volgens mij ook echt is. Als ze de kans zouden hebben, zouden ze Turkije wel degelijk willen islamiseren.”
Turkije en de EU, denk je dat het er ooit van komt?
„Het zou kunnen. Maar dan alleen vanwege strategische redenen. Europa is ervoor beducht dat Turkije te islamitisch wordt, zich afkeert van het Westen en zich vijandig gaat opstellen. Het Westen vindt Turkije te belangrijk als buffer tussen zichzelf en het wilde Midden-Oosten. Westerse diplomaten denken dat aansluiting echter nog minstens twintig jaar zal duren. Ik denk dat dat realistisch is. Ankara wil niet veranderen. Goed, ze veranderen een aantal belangrijke wetten omdat Europa het wil. Maar het blijven papieren tijgers.”
Mede n.a.v. ”De gouden appel”, door Jessica Lutz; uitg. De Geus, Breda, 2002; ISBN 90 445 0095 3; 256 blz.; € 17,50.