Naast het staatshoofd
Koningin Beatrix krijgt per 1 augustus een nieuwe algemeen secretaris, zo meldde de Rijksvoorlichtingsdienst eind maart. De rechterhand van prins Willem-Alexander -hij is nu de particulier secretaris van de prins- komt straks vlak bij de koningin te zitten. Sorteert zij voor op een troonswisseling? Ook de hofhouding moet dan immers op orde zijn. Wie omringen de koningin?
De dienst van het Koninklijk Huis heeft circa 350 medewerkers. Zij werken in de koninklijke verblijven in Den Haag, Wassenaar, Amsterdam en Apeldoorn. Het centrale ’kantoor’ van waaruit alles wordt aangestuurd is Paleis Noordeinde in Den Haag.De kern van de dienst van het Koninklijk Huis wordt gevormd door de hofhouding. Deze veertig personen sturen namens de koningin het overige hofpersoneel aan. Zij worden officieel benoemd door de koningin. Overigens wordt de term hofhouding vaak ook gebruikt voor de gehele dienst van het Koninklijk Huis.
De dienst van het Koninklijk Huis valt in twee delen uiteen: het Militaire Huis en het Civiele Huis. Onder het Civiele Huis vallen alle niet-militaire medewerkers. Het Militaire Huis is verantwoordelijk voor het militaire ceremonieel aan het hof. Ook onderhouden de adjudanten de niet-politieke contacten tussen het Koninklijk Huis en defensie.
Grootmeester
Taak: De grootmeester is na de koningin de hoogste baas aan het hof. Hij stuurt de hoforganisatie aan. Hij onderhoudt de buitenlandse hoven en andere buitenlandse contacten van de koningin. Hij bereidt ook de buitenlandse bezoeken van de vorstin voor en is met de ceremoniemeester verantwoordelijk voor het organiseren van alle grote gebeurtenissen aan het hof. Zijn functie is vergelijkbaar met die van een secretaris-generaal van een ministerie.
Wie: drs. M. Hennis, een ex-diplomaat.
Grootmeesteres
Taak: De grootmeesteres stuurt de hofdames aan. Zij onderhoudt namens de koningin veel sociale contacten, onder andere met de buitenlandse ambassadeurs in Nederland, met de leden van het Internationaal Gerechtshof en met andere vooraanstaande buitenlanders in Nederland. De grootmeesteres begeleidt de koningin bij buitenlandse bezoeken. Zij behoort tot de meest vooraanstaande leden van de hofhouding en rijdt daarom op Prinsjesdag mee in de stoet en zit naast de koningin bij het podium in de Ridderzaal. De functie is onbezoldigd, de grootmeesteres krijgt een onkostenvergoeding.
Wie: mr. M. L. A. van Loon-Labouchere, een vertrouweling van de koningin, die samen met haar in Leiden studeerde.
Algemeen secretaris
Taak: De algemeen secretaris stuurt de particulier secretarissen aan. De secretariaten verzorgen de correspondentie voor de koningin en de andere leden van het Koninklijk Huis en bereiden binnenlandse bezoeken voor. Er zijn particuliere secretariaten voor de koningin, prins Willem-Alexander en prinses Máxima, prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven. De andere leden van het Koninklijk Huis hebben een gezamenlijk particulier secretariaat. De algemeen secretaris onderhoudt ook de contacten met de Rijksvoorlichtingsdienst. De algemeen secretaris is na de chef van het Militaire Huis de tweede plaatsvervanger van de grootmeester.
Wie: Tot 1 augustus mr. drs. C. H. A. Hogewoning, een diplomaat, en daarna: mr. J. W. Leeuwenburg (zie kader).
Thesaurier
Taak: De thesaurier beheert het huishoudboekje van de koningin, zowel het geld dat zij als staatshoofd ter beschikking heeft voor haar hofhouding als haar particuliere financiën. Hij is eveneens haar financieel raadsman. De thesaurier doet ook de financiële zaken van de overige leden van het Koninklijk Huis.
Wie: drs. J. Baars
Ceremoniemeester
Taak: De ceremoniemeester zorgt ervoor dat de buitenlandse bezoeken goed verlopen, regelt alles rond inkomende staatsbezoeken en organiseert de grote evenementen aan het hof. Hij is een specialist als het om het protocol gaat. Hij is het enige lid van de hofhouding dat regelmatig voor de koningin uitloopt, bijvoorbeeld om te kijken of de weg vrij is of om haar een plaats te wijzen. De ceremoniemeester werkt nauw samen met de grootmeester. Hij coördineert ook de activiteiten van de hofmaarschalk, de intendant van de paleizen en die van het staldepartement. Bovendien volgt hij het werk van de adjudanten en hofdames op de voet.
Wie: drs. W. N. Cosijn, een oud-marineman.
Hofmaarschalk
Taak: De hofmaarschalk stuurt de ”huishoudelijke dienst” en de personen die in de privésfeer van de koninklijke familie hun werk moeten doen, aan. Hij geeft leiding aan een man of zeventig, variërend van schoonmakers, lakeien, kamermeisjes en valets tot persoonlijk verzorgers, kappers en huismeesters. Hij is verantwoordelijk voor bloemen, serviezen, wijnen, glaswerk, zilver en tafellinnen. De hofmaarschalk verzorgt ook het verblijf van gasten van de koningin. De hofmaarschalk heeft meestal een carrière in het hotelwezen achter de rug.
Wie: Sj. Klein Schiphorst, voormalig hoteldirecteur.
Intendant
Taak: De intendant verzorgt met zijn personeel het (technisch) beheer en het onderhoud van de paleizen. Hij is ook verantwoordelijk voor de tuinen, het interieur en de beveiliging binnen de paleismuren. Ook de gebouwen en landgoederen in bezit van de koninklijke familie zoals De Horsten bij Wassenaar zijn aan zijn zorgen toevertrouwd.
Wie: luitenant-kolonel der mariniers J. A. Dijkstra (voor Paleis Noordeinde, Paleis Huis ten Bosch en landgoed De Horsten) en tot afgelopen woensdag E. J. Reitsma voor het Koninklijk Paleis in Amsterdam.
Stalmeester
Taak: De stalmeester leidt het Koninklijke Staldepartement, dat het vervoer van de leden van het Koninklijk Huis en de hofhouding per auto, rijtuig, paard, trein, boot, vliegtuig, bus of helikopter regelt. De stalmeester is op Prinsjesdag altijd prominent aanwezig. Hij rijdt dan in het grootgalatenue (rode jas, witte broek) op het paard van koningin Beatrix, de schimmel Benito, voor in de stoet mee. De stalmeester heeft meestal een militaire achtergrond. Als adjudant van de koningin begeleidt de stalmeester haar ook vaak tijdens de ritten die zij te paard maakt bij Wassenaar.
Wie: G. E. Wassenaar, kolonel der marechaussee.
Kamerheren
Taak: De kamerheren adviseren, begeleiden en vertegenwoordigen de koningin in hun ambtsgebied, zo luidt de officiële omschrijving. Zij zijn de oren en ogen van de koningin. Ze worden geselecteerd op hun grote en onbesproken netwerk in hun regio. Er zijn circa vijftien kamerheren: in elke provincie een, behalve in Zuid-Holland -Den Haag en Rotterdam hebben elk een kamerheer- en in de grote steden. Kamerheren begeleiden de koningin bij bezoeken in de regio, maar reizen soms ook mee naar het buitenland.
Wie: De bekendste kamerheer van de koningin is die in Noord-Brabant, oud-commissaris van de koningin in die provincie mr. F. Houben. Per 1 maart heeft Zeeland een nieuwe kamerheer mr. J. J. P. M. Asselbergs.
Hofdames
Taak: De hofdames helpen mee bij de voorbereiding van evenementen van de koningin en de vrouwelijke leden van het Koninklijk Huis. De zes hofdames gaan met de koningin mee bij bezoeken in het land -en ook het buitenland- en zorgen dat het programma soepel verloopt qua contacten. De adjudanten letten meer op de logistiek en de veiligheid. De hofdames kunnen de koningin inhoudelijk bijstaan. Een hofdame krijgt geen salaris, maar een onkostenvergoeding.
Wie: een zestal vrouwen van goede komaf, met een goed netwerk. Vaak hebben ze ook een persoonlijke band met de koningin.
Chef personeelszaken
Taak: De afdeling personeelszaken verzorgt het personeelsbeleid.
Directeur Koninklijk Huisarchief
Taak: De directeur van het Koninklijk Huisarchief beheert de persoonlijke archieven van de Oranjes en die van het hof. Verder zorgt hij voor de bibliotheek (circa 80.000 boeken) en de enorme collectie schilderijen en andere kunstwerken die ondergebracht zijn in de Stichting Historische Verzamelingen van het Huis van Oranje-Nassau.
Wie: Ph. C. B. Maarschalkerweerd, een voormalig gemeentearchivaris en rijksarchivaris.
Opperhoutvester
Taak: De opperhoutvester is verantwoordelijk voor het beheer van de Koninklijke Houtvesterij Het Loo die een gebied van circa 10.000 hectare omvat. Hij is ook rentmeester van Kroondomein Het Loo. Hij stuurt jachtopzieners, boswachters en administratief personeel aan. Hij is verder verantwoordelijk voor het flora- en faunabeheer.
Wie: dr. ir. J. H. Kuper
Chef Militaire Huis
Taak: De chef van het Militaire Huis geeft leiding aan de adjudanten van de koningin. Hij behoort met de grootmeester en de grootmeesteres tot de belangrijkste leden van de hofhouding. Als adjudant-generaal is hij verantwoordelijk voor het militaire protocol aan het hof en de coördinatie van de veiligheid van de koningin. Tevens onderhoudt hij namens de koningin de contacten met defensie. Hij reist bijna altijd met de koningin mee tijdens staatsbezoeken. Om chef van het Militaire Huis te kunnen worden, moet iemand minimaal viceadmiraal of luitenant-generaal zijn.
Wie: Sinds 1 januari 2009 generaal-majoor H. Morsink, een Uruzganveteraan.
Adjudant
Taak: Adjudanten zijn verantwoordelijk voor de praktische voorbereidingen van bezoeken van de koningin en vergezellen haar tijdens deze bezoeken. Zij dienen de koningin meestal een afgesproken periode van een jaar of drie.
Wie: De koningin heeft negen adjudanten, onder wie de stalmeester; ze zijn allen afkomstig uit het leger. De koningin heeft ook adjudanten in buitengewone dienst. Het gaat dan om oud-adjudanten, maar ook prins Willem-Alexander is zo’n adjudant van zijn moeder.
Bevriende diensten
Niet alleen aan het hof werken mensen voor de koningin. Ook bij de drie zogeheten bevriende diensten zijn mensen fulltime voor haar aan de slag. Het gaat dan over het kabinet der Koningin, de Rijksvoorlichtingsdienst en de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging.
Het kabinet der Koningin zorgt voor de ambtelijke ondersteuning van het staatshoofd in staatsrechtelijke taken. Het kabinet vormt de schakel tussen de koningin en de ministeries. Het zorgt ervoor dat de stukken die de koningin moet tekenen in orde zijn, maar is ook betrokken bij voorbereidingen van de ontmoetingen van de koningin met bijvoorbeeld ambassadeurs of Kamerleden. De directeur van het kabinet reist tijdens staatsbezoeken altijd mee, om te zorgen dat stukken getekend kunnen worden.
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken, communiceert over (activiteiten van) de koninklijke familie. De plaatsvervangend directeur-generaal van de RVD, Chris Breedveld, behoort tot de directe adviseurs van de koningin en haar familie.
De Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, onderdeel van het Korps landelijke politiediensten, zorgt voor de persoonsbeveiliging. Koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en zijn gezin, prinses Margriet en haar man hebben permanente beveiliging. De dienst is voortdurend alert op veiligheidsrisico’s.
Herkenbaar
De meeste hoffunctionarissen zijn niet meer herkenbaar aan speciale hofkostuums. Vroeger was dat wel het geval. Dan droeg de hofhouding fraaie kleding en gepluimde hoeden.
Tegenwoordig dragen alleen de lakeien, de stalmeester en zijn personeel en de adjudanten nog duidelijk herkenbare kleding. De hofdames doen het met een hoed, maar verder is de franje er af.
Om zich toch te onderscheiden en herkenbaar te zijn –ook voor de beveiligers– dragen de leden van de hofhouding bij bijeenkomsten of (staats)bezoeken op hun revers vaak een chiffre: een speld of broche in de vorm van een B –van Beatrix–, met daarachter een blauwe strik. Het huidige chiffre is door de koningin zelf ontworpen.
De militairen die de koningin omringen, zoals de adjudanten, zijn ook herkenbaar als assistent van de koningin. Zij dragen een goudkleurig nestel aan hun rechterschouder en op hun revers zit een gekroonde B.
Met de tijd mee
Koningin Beatrix runt het hof als een modern bedrijf. Voor iedereen is duidelijk welke taak hij of zij heeft.
In het verleden was dat wel anders. De eerste koningen omringden zich met een grote groep mensen met (ere)functies en titels. Het ging veelal om adellijke personen. Vaak gingen functies aan het hof over van generatie op generatie. Geschiktheid was niet het eerste selectiecriterium.
Koningin Emma was de eerste die de hofhouding versoberde: minder groot, minder vorm, meer inhoud.
Koningin Wilhelmina brak duidelijk met de adel. Toen zij na de Tweede Wereldoorlog terugkeerde naar Nederland verzamelde zij vooral mensen uit het verzet om zich heen.
Tijdens de regeerperiode van koningin Juliana werd het hof omschreven als „een liefelijke” chaos. Er was gebrek aan aansturing en afstemming. Dat bleek onder meer rond de Greet Hofmansaffaire.
Koningin Beatrix structureerde alles. Zij wees de grootmeester aan als baas van het hof. Ook benoemde zij een algemeen secretaris die de particulier secretarissen aanvoert.
De verwachting is dat de hofhouding na de troonsbestijging van prins Willem Alexander nog verder zal krimpen.