„Noord-Korea voert alleen maar overlevingsbeleid”
Het raamakkoord dat Noord-Korea en de Verenigde Staten in 1994 sloten over het kernprogramma van het communistische land lijkt ongeldig te zijn geworden door Noord-Korea’s hervatting van het nucleaire programma. Maar het biedt wel inzicht in wat Noord-Korea eigenlijk wil van zijn grootste vijand: economische steun en veiligheidsgaranties.
„Noord-Korea is bezig met een overlevingsbeleid, niet een zelfmoordbeleid”, zegt een Noord-Korea-deskundige bij het Sejong Instituut, een onafhankelijk onderzoeksbureau in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul.
In 1994 zegde Noord-Korea onder andere toe alle verdachte activiteiten in de kerncentrale bij Yongbyon te staken. In ruil daarvoor deden de VS een aantal beloftes die zij volgens Pyongyang niet naar tevredenheid zijn nagekomen. De openlijke hervatting van het kernprogramma en het wegsturen van de VN-inspecteurs zouden manieren van Pyongyang kunnen zijn om druk uit te oefenen op Washington om zich aan de afspraken te houden. De VS weigeren echter iedere concessie aan Noord-Korea zolang dat niet van houding verandert. Washington zegt niet te zullen meegaan in het spel en economische sancties te overwegen eerder dan beloningen.
Volgens het raamakkoord uit 1994 moet Washington Pyongyang voorzien van „formele verzekeringen dat de VS niet zullen dreigen met kernwapens en ze ook niet zullen inzetten.” Noord-Korea heeft recentelijk aangegeven de nucleaire activiteiten te staken zodra de VS een niet-aanvalsverdrag ondertekenen. Maar de VS weigeren, en zeggen helemaal geen aanval te overwegen, maar te willen zoeken naar een vreedzame oplossing van het conflict.
De Noord-Koreaanse economie is sinds de val van de Sovjet-Unie en andere communistische handelspartners in een ernstige malaise geraakt. In 1994 verklaarden Pyongyang en Washington „de barrières” tussen beide landen voor handel en investeringen zoveel mogelijk te zullen slechten. Hoewel de regering-Clinton enkele economische restricties schrapte, staat Noord-Korea onder de regering-Bush op de lijst van landen die het terrorisme sponsoren, waardoor leningen van de Wereldbank en andere internationale organisaties buiten bereik zijn geraakt. Door de economische problemen heeft Noord-Korea te kampen met voedsel- en energietekorten.
Verder werd in 1994 overeengekomen dat in de hoofdstad van beide landen een verbindingskantoor zou worden geopend en dat in een later stadium, „naar gelang van de vooruitgang op het gebied van zorgwekkende kwesties”, eventueel ambassades geopend konden worden.
Iets in die richting leek in zicht te zijn toen de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright in 2000 een bezoek bracht aan Pyongyang voor besprekingen over het beëindigen van de ontwikkeling en export van langeafstandsraketten door Noord-Korea. De besprekingen leidden uiteindelijk echter niet tot een overeenkomst en sinds het aantreden van president George W. Bush, die Noord-Korea als onbetrouwbaar heeft bestempeld, zijn de betrekkingen tussen beide landen alleen maar verslechterd.
Als de huidige „overlevingsstrategie” van Noord-Korea niet het gewenste resultaat oplevert, zal Pyongyang het conflict mogelijk op de spits drijven om stand te houden tegenover de VS, beweert Paik Hak-soon van het Sejong Instituut. „Als de Verenigde Staten niet aan de onderhandelingstafel plaatsnemen, zou Noord-Korea kunnen beslissen te gaan voor de kernwapens”, aldus Paik.