De werkgroep, vergunningverlener Zuid-Holland en afvalbedrijf Derde Merwedehaven BV, steggelen al jaren over de milieuoverlast van de stortplaats. De werkgroep vindt het tempo van de aanscherping van de milieuvergunning voor de stortplaats veel te traag gaan.Donderdag vroeg Johan Vollenbroek, woordvoerder van de werkgroep, aan de Raad van State om de provincie Zuid-Holland te dwingen de milieuvergunning aan te passen. Volgens Vollenbroek past het bedrijf niet voldoende de zogenoemde best beschikbare milieutechnieken (BBT) toe. De BBT-eisen volgen uit de toepassing van Europese richtlijnen en elke groot milieu belastend bedrijf is verplicht

de beste milieutechnieken te gebruiken die in de branche voorhanden zijn. De provincie weigerde in te gaan op de eis van de werkgroep, die zijn heil bij de Raad van State zocht.

Tijdens de rechtszitting bleek dat er het een en ander schort aan de huidige vergunning van de stortplaats. Maar de provinciewoordvoerder zei dat er druk aan een nieuwe milieuvergunning wordt gewerkt waarin alle knelpunten, zoals het verbranden van het vrijkomende stortgas via een noodfakkel, zullen worden opgelost. Woordvoerder Vollenbroek reageerde verbaasd: „De laatste keer dat ik de provincie hierover sprak zei een ambtenaar dat er nog geen sprake is van een nieuwe vergunning.”

Staatsraad J. van Kreveld wilde van de provinciewoordvoerder weten wanneer de nieuwe vergunning een feit is. „Als alles meezit is de vergunning in 2010 rond”, zei de provinciewoordvoerder. „En als het tegenzit duurt het veel langer”, zei Van Kreveld, die betwijfelde of hij het bedrijf en de provincie zo lang de tijd wil geven.

Mogelijk zal de Raad van State de provincie en het stortbedrijf dwingen nu al een aantal extra milieumaatregelen te nemen.

Uitspraak volgt over enkele weken.