Het gaat om Sherron Watkins en Cynthia Cooper die bij respectievelijk Enron en WorldCom aan de bel trokken in verband met accoutingfraude.

De derde vrouw is Coleen Rowley die binnen de federale recherchedienst FBI felle kritiek leverde op de weigering van het hoofdkwartier in Washington om de computer van Zacarias Moussaoui te mogen onderzoeken. Was die goedkeuring wel gegeven, dan had men mogelijk sporen kunnen vinden van Moussaoui naar de kapers die een maand later de septemberaanslagen uitvoerden die 3.000 mensen het leven kostten.

Rowley’s interne memo aan het FBI-hoofdkwartier lekte uit en werd een belangrijk document voor het Congres (parlement) dat de gang van zaken rond de septemberaanslagen onderzocht. Ook Watkins en Cooper verschenen voor commissies van het Congres die zich bogen over de accountingfraudes die Amerika en de wereld het afgelopen jaar schokten. Watkins waarschuwde de top van het energiebedrijf Enron voor twijfelachtige praktijken die volgens haar konden leiden tot de „implosie” van het bedrijf.

Bij het telecombedrijf WorldCom voerde Cynthia Cooper een eenzame strijd tegen dubieuze accountingpraktijken. Cooper en Watkins lichtten deze praktijken uitgebreid toe voor de betreffende Congres-commissies, die eerder van de financiële directeuren van beide bedrijven te horen hadden gekregen dat de hoogste (financiële) leiding van beide bedrijven van niets hadden geweten. Beide dames ontrafelden deze leugens met hun verklaringen.

„Het zijn alledrie gewone vrouwen die bijzondere dingen hebben gedaan”, aldus hoofdredacteur Jim Kelly van Time. Senator Patrick Leahy juichte de keuze van Time toe. „Het was goed wat deze vrouwen gedaan hebben en het gaf ons de mogelijkheid wetgeving te creëren die mensen die corruptie of ernstig falen onthullen in de toekomst bescherming biedt”, aldus Leahy.