„Bouw verliest omzet door fraudeaffaire”
Ruim tweederde van de bedrijven in de grond-, water- en wegenbouw (gww) zegt omzetverlies te lijden door de negatieve publiciteit rond de bouwfraude en parlementaire enquête Bouwnijverheid.
Dit blijkt uit onderzoek door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB). Het omzetverlies wordt voor 2002 geraamd op ruim 4,5 procent en op bijna 7,5 procent in 2003. De gww-sector stond centraal in het onderzoek dat de enquêtecommissie deed naar illegale prijsvorming. De sector is ook het meest afhankelijk van overheidsopdrachten. Meer dan de helft van de gww-bedrijven vindt dat de relatie met de overheid is verslechterd door de bouwfraudeaffaire.
De woning- en kantoorbouw stond veel minder ter discussie in de enquête. In deze sector, die ook minder afhankelijk is van overheidsopdrachten, geeft 7,5 procent van de bedrijven aan omzetverlies te lijden. Dat wordt voor 2002 geraamd op 0,4 procent en op 0,8 procent in 2003. In het algemeen vinden de woning- en kantoorbouwers dat hun relatie met de overheid niet is veranderd.
Het EIB tekent aan dat de hele bouwnijverheid los van de bouwfraude-effecten al te maken heeft met een teruglopende orderportefeuille als gevolg van de verslechterde economische omstandigheden. Naar het omzetverlies dat hierdoor optreedt, heeft het EIB in dit onderzoek niet gevraagd.