Directeur neemt groter belang in De Vries Robbé
Directeur G. Tóth van vastgoedmaatschappij De Vries Robbé Groep heeft zijn belang in het beursfonds uitgebreid tot 39 procent. Hierover is een jaar onderhandeld, zo heeft De Vries Robbé vrijdag bekendgemaakt.
De Vries Robbé heeft tevens het bedrijf Exendis Kft in Hongarije aangekocht voor 700.000 euro. Deze onderneming beheert en exploiteert kapitaalgoederen in het Centraal-Europese land. Exendis heeft de afgelopen drie jaar winst gemaakt en verwacht ook de komende jaren een positief resultaat te boeken.
De Vries Robbé voorziet voor 2003 een winstgroei van 50 procent ten opzichte van dit jaar. De onderneming verwacht dit jaar een winst van tenminste 200.000 euro te behalen. Vorig jaar was het nettoresultaat 542.000 euro negatief.
Binnen vier tot vijf jaar wil De Vries Robbé uitgroeien tot een bedrijf met een beurswaarde van 20 miljoen euro, zo liet Tóth in een toelichting weten. Hij wil vooral groeien met overnames van winstgevende ondernemingen in uiteenlopende sectoren. Die krijgen van Tóth twee jaar de tijd om een rendement van 10 procent op het geïnvesteerd vermogen te halen. Lukt dat niet, dan stoot De Vries Robbé het bedrijf af.
Dit jaar werd 10 miljoen euro in vastgoed in Schiedam gestoken. Tóth rekent erop dat dit elk jaar 1 miljoen aan huur opbrengt, waarmee de vaste kosten van de vennootschap zijn gedekt. Volgens hem heeft het fonds de slechte tijden achter zich gelaten. De claim van een half miljoen euro die oud-commissaris L. van Mook bij De Vries Robbé had neergelegd, is van tafel, zo werd donderdag na een buitengewone vergadering van aandeelhouders bekendgemaakt.
De Vries Robbé heeft een roerige periode achter de rug. Het voormalige bouwbedrijf moest vorig jaar uitstel van betaling aanvragen. Ook belandde de onderneming op het zogenoemde strafbankje van de effectenbeurs in Amsterdam. Daar zit het fonds nog steeds, zo bevestigde Euronext vrijdag.
De Vries Robbé voldoet niet aan de mimimumeisen voor een officiële notering. Voor winstgevende bedrijven is een eigen vermogen van 5 miljoen euro noodzakelijk, maar aan ondernemingen die verlieslijdend zijn, worden strengere voorwaarden gesteld.