Ondergedoken getuige kan niet naar begrafenis
Geen begrafenis bezoeken, geen telefoontjes met oude bekenden plegen, voortdurend je schuilnaam gebruiken. Het leven in een getuigenbeschermingsprogramma, dat kroongetuige Peter la S. te wachten staat, valt niet mee. „Voor sommigen is het een nachtmerrie.”
„Het is ontzettend ingrijpend”. Van nabij weet de Amsterdamse advocaat mr. Marcel van Gessel hoe het leven van een (kroon)getuige op z’n kop komt te staan als die in het diepste geheim een nieuw bestaan moet opbouwen. In de hoop uit handen te blijven van vijanden.Halverwege de jaren negentig was Van Gessel raadsman van Ad Karman. Die ging in zee met de politie en was kroongetuige in de zaak rond drugsbaron Johan V., alias De Hakkelaar. In ruil voor strafvermindering legde Karman, ‘laad- en loschef’ binnen de drugsbende, belastende verklaringen af tegen De Hakkelaar.
Als een van de eerste kroongetuigen in Nederland kwam Karman in een getuigenbeschermingsprogramma terecht. Hij moest op een geheime plek een nieuw bestaan opbouwen. Dat was geen kleinigheid, weet zijn toenmalige advocaat Van Gessel. Karman had het er moeilijk mee. „Hij moest afscheid van zijn leefomgeving en zijn familie nemen. Je weet pas wat dat betekent als je zo’n situatie aan den lijve ondervindt.”
Het beschermen van getuigen stond halverwege de jaren negentig nog „in de kinderschoenen”, weet de advocaat. „Het was een tijd van pionieren en experimenteren. Beslissingen werden ad hoc genomen. Veel was nog onduidelijk. Hoe wordt de AOW van de beschermde getuige geregeld? Hoe zit het met de ziektekosten? Hoe verloopt het contact met familie? Het was allemaal niet goed geregeld.” Al te hard oordeelt Van Gessel niet over het optreden van politie en justitie in die tijd. „Als je voor het eerst een krant maakt, loop je ook tegen allerlei nieuwe dingen op.”
Rond de bescherming van een bedreigde (kroon)getuige hangt een waas van geheimzinnigheid. De autoriteiten zijn terughoudend met hun informatie.
Duidelijk is wel dat het aantal personen dat van overheidswege bescherming krijgt, door de jaren heen is gestegen. Over het precieze aantal personen in het getuigenbeschermingsprogramma wil justitie geen mededelingen doen. Voor het eerst verschafte justitie gisteravond in tv-programma NOVA wel cijfers over het aantal projecten bij de Dienst Getuigenbescherming. Betrof het in 2000 nog 14 projecten, in 2007 waren er dat 63 en vorig jaar 47.
In 1995 vormde het Korps landelijke politiediensten (KLPD) een team dat verantwoordelijk was voor het getuigenbeschermingsprogramma. Het regelen van een geheim, nieuw bestaan voor bedreigde getuigen ging met vallen en opstaan. Het KLPD keek de kunst af van teams in landen als Amerika, Italië en Engeland. Getuigen komen alleen in aanmerking voor het beschermingsprogramma als er sprake is van ernstige dreiging. Zo kreeg wijlen jurist Bram Zeegers, die zeer belastende verklaringen aflegde over Willem Holleeder, de mogelijkheid in den vreemde een ander bestaan op te bouwen. Hij zag daarvan af. „Ik zal dit alles moeten missen: Amsterdam-Zuid. Mijn glaasje wijn hier in de serre (van een Amsterdams hotel, JV). Alles wordt voor je geregisseerd. Contacten met vrienden en familie zijn over, want telefoon en e-mail zijn te traceren”, aldus Zeegers in een gesprek met Vrij Nederland.
Getuigenbescherming is „zwaar”, meldde onder meer Hans de Wit, unithoofd specialistische operaties bij het KLPD, in het politievakblad Blauw in 2006. „Het betekent een totale breuk met de bestaande sociale omgeving. Voor sommigen is het een nachtmerrie.”
De politiespecialist maakt korte metten met romantische beelden over een door de staat bekostigd luizenleventje op tropische stranden. „De werkelijkheid is anders. Een normaal leven met betaald werk en een doorsnee huis valt het minst op.”
Politiemensen die de bedreigde getuigen in een beschermingsprogramma begeleiden hebben een „moeilijk vak”, meldt het politievakblad. De politiefunctionaris moet tegelijk rechercheur, onderhandelaar en maatschappelijk werker zijn. „Er zijn weinig of geen standaardoplossingen beschikbaar. Het leven van getuigen is niet anders dan dat van gewone burgers. Ze trouwen, scheiden, krijgen kinderen, worden ziek, erven of gaan dood.”
Uit een onderzoek naar tien jaar getuigenbeschermingsprogramma blijkt dat de beschermde getuigen „over het algemeen tevreden zijn.” Geen van de ondergedoken getuigen kwam in een „levensbedreigende situatie” terecht.