Koninklijk Huis

„Soestdijk gaf koninklijke familie toegankelijk imago”

Circa 234 vertrekken telt Paleis Soestdijk. Kamers die allemaal hun geheim bewaren. Een deel van die geheimen wordt prijsgegeven in het monumentale boek ”Paleis Soestdijk. Drie eeuwen huis van Oranje”, dat vorige week vrijdag in de chique Stuczaal van het paleis aan Pieter van Vollenhoven werd overhandigd.

W. G. Hulsman
6 March 2009 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 07:26
Sinds het vertrek van de laatste bewoners, is het paleis „verweesd”, zegt Rob van Zoest, samensteller van een monumentaal boek over Paleis Soestdijk. Foto’s uit ”Paleis Soestdijk”
Sinds het vertrek van de laatste bewoners, is het paleis „verweesd”, zegt Rob van Zoest, samensteller van een monumentaal boek over Paleis Soestdijk. Foto’s uit ”Paleis Soestdijk”

In het boek is een unieke fotoreeks opgenomen van alle zalen en ruimtes van het paleis. Die serie maakt duidelijk dat het paleis „verweesd” is, zoals de samensteller van het boek, Rob van Zoest, het omschrijft: de meeste zalen zijn leeg en het paleis heeft geen bewoners meer.Daarnaast tonen de foto’s dat een grondige restauratie van het paleis hard nodig is. Het paleis heeft ouderwets sanitair, verkleurd behang, gescheurde muren.

Prinses Juliana en prins Bernhard waren de laatste jaren van hun leven erg tegen aanpassingen en verbouwingen, vertelt een oud-medewerker in het boek. Het hoogbejaarde echtpaar was tevreden met wat het had en wilde geen rommel.

Jachthuis
Het boek beschrijft vooral de bewoners van het paleis en wat die aan het pand hebben veranderd. Hoe het monument in enkele eeuwen uitgroeide van klein jachthuis tot residentie van het Nederlandse staatshoofd.

De laatste eeuw -de eeuw van Juliana- krijgt de meeste aandacht. Soestdijk nam vooral na de Tweede Wereldoorlog een grote plaats in onder de Nederlanders. Het was toen het „paleis van de wederopbouw”, zoals Van Zoest het omschrijft. Het paleis was goed zichtbaar vanaf de weg. „Dat gaf het Koninklijk Huis een toegankelijk imago. Het was daarmee het hoopvolle beeld van herrijzend Nederland na de Tweede Wereldoorlog.”

Paleis Soestdijk had tijdens de regeerperiode van koningin Juliana twee functies. Juist dat maakt het zo bijzonder, zegt medeauteur dr. Paul Rem. „Het was zowel het woonhuis van de koninklijke familie als de residentie van het staatshoofd. Dat liep door elkaar heen.” De soms paginagrote foto’s in het boek illustreren dat: aan de ene kant de speelkamer van de prinsesjes, aan de andere kant een reeks prachtige staatsieportretten van koningin Juliana en haar man.

Doornebal
Het complete boek is een standaardwerk. Alles is erin vastgelegd: historie, bewoners, verbouwingen, plafondschilderingen en zelfs planten- en dierensoorten die in de tuinen voorkomen. Vooral door de vele grote foto’s kreeg het een flinke omvang.

Zonder sponsors zou deze uitgave onbetaalbaar zijn geworden, gaf Van Zoest vrijdag toe. Hij heeft echter een aantal interessante geldschieters weten te vinden. Onder hen bevindt zich de reformatorische ondernemer Doornebal Interieurs uit Lienden, die regelmatig paleizen stoffeert.

Na het vorig jaar verschenen boek over Paleis Noordeinde en de nieuwe uitgave over Soestdijk kunnen Paleis Huis ten Bosch en het Paleis op de Dam eigenlijk niet achterblijven. Het zou een mooie serie kunnen worden.

N.a.v. ”Paleis Soestdijk. Drie eeuwen huis van Oranje”, door Rob van Zoest e.a.; uitg. Kunsthistorisch Bureau D’Arts, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 400 8608 3; 400 blz.; € 49,95.


„Ik kan Greetje niet missen”
In het boek over Paleis Soestdijk komen oud-personeelsleden aan het woord, onder anderen een stoffeerder, de laatste huismeester en een kok. Ook de Spakenburgse Greetje Koelewijn vertelt. Zij werkte veertig jaar „ontzettend fijn” op het paleis.

„Toen ik begon woonden alle meisjes daar nog. Prinses Beatrix woonde in haar eigen vleugel. Prinses Christina logeerde daar later ook, en die speelde piano, dat klonk zo dóór in het huis, daar hadden ze last van. Ik mocht ook nooit een radio hebben. Ik zette ’s zondags wel eens een dominee op, want ik was gewend naar de kerk te gaan.

Alle prinsessen waren dolletjes met mij, dat mag ik wel zeggen. Ik ging een keer boodschappen doen in Baarn en toen kwam ik Juliana en prinses Beatrix tegen, bij het zebrapad, en toen zei Beatrix: „Mag ik Greetje niet hebben, op Drakensteyn?” „Maar ik kan Greetje niet missen!” zei Juliana dan.

Ik was heel nabij met Juliana. Ze was een eenvoudige vrouw, ze deed niet uit de hoogte. Ze vertelde me heel veel. Ze is ook wel eens bij mij thuis geweest. Kreeg ze een stuk appeltaart. Sterke koffie, water erbij. Ze wilde de klederdracht bekijken, dat vindt iedereen leuk.”


Prinses Margriet: Mijn ouderlijk huis
Prinses Margriet heeft warme herinneringen aan het ’huis’ waar zij opgroeide, zo schrijft zij in het voorwoord van ”Paleis Soestdijk”.

„Ik beschouw Soestdijk echt als mijn ”ouderlijk huis”. Daar werd gespeeld, huiswerk gemaakt -net als bij onze leeftijdgenoten thuis- en wij holden er door de gangen, die overigens wel erg lang waren. Ja, zelfs het feit dat mijn moeder vaak thuis werkte, had vele overeenkomsten met de ”praktijk-aan-huissituatie” die ik bij sommige schoolvriendinnetjes tegenkwam. En evenals in andere gezinnen werden wij kinderen geacht ons op gezette tijden rustig en soms onzichtbaar te houden.” (…)

„Mijn bijzondere band met paleis Soestdijk is niet in de laatste plaats gesmeed door de bezoeken aan mijn ouders, die er tot hun overlijden op zeer hoge leeftijd zijn blijven wonen. Zelf ouder wordend, gaven deze bezoekjes toch steeds weer het gevoel even terug te zijn in mijn jeugd. Na het overlijden van mijn ouders kwamen wij bij het opruimen heel veel dingen tegen die bijzondere en dierbare herinneringen opriepen aan de tijd dat wij in het paleis hebben gewoond.

Als je als kind in zo’n paleis woont, sta je eigenlijk niet zo erg stil bij de historie en de historische betekenis ervan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer