Ontheemden in Sudan: Wij zijn de verliezers
Het besluit van Sudan om dertien buitenlandse hulporganisaties het land uit te zetten zal „onherroepelijke schade” toebrengen aan de hulpverlening in het gebied, zegt VN-chef Ban Ki Moon. Hij dringt er bij de Sudanese regering op aan het besluit te heroverwegen. Dat heeft VN-woordvoerster Michele Montas gisteren gezegd.
Ban zegt dat het werk van de hulporganisaties onmisbaar is voor de overleving van 4,7 miljoen Sudanezen, zei de woordvoerster. Ook maakt hij zich zorgen over de veiligheid van de hulpverleners en hun bezittingen.Het Sudanese besluit volgde nadat het Internationaal Strafhof in Den Haag een internationaal arrestatiebevel had uitgevaardigd tegen de Sudanese president Omar al-Bashir, die ervan wordt beschuldigd de milities te hebben aangestuurd die in Darfur slachtingen aanrichtten onder de burgerbevolking.
De uitgewezen hulporganisaties zijn intussen begonnen hun boeltje te pakken. Het Britse Oxfam wil het besluit nog proberen aan te vechten en zei in afwachting daarvan zijn buitenlandse medewerkers naar Khartoem en zijn Sudanese medewerkers naar steden in Darfur terug te trekken.
Sommige organisaties maken zich zorgen over de veiligheid van hun personeel. Medewerkers van een van de uitgewezen groepen die uit Darfur wilden vertrekken werden onderweg onder bedreiging van wapens
tegengehouden. VN-coördinator Catherine Bragg zei dat de uitgewezen ngo’s zeker de helft van alle humanitaire operaties in Darfur verzorgen, op het gebied van voedselvoorziening, medische verzorging, water en sanitair, onderwijs en andere voorzieningen. VN-organisaties maken veel gebruik van hun diensten. Vier ngo’s distribueren bijvoorbeeld voedsel voor het Wereldvoedselprogramma.
De in Rome gevestigde VN-organisatie zei niet de mensen te hebben om het werk over te nemen.
Deskundigen hadden gewaarschuwd dat een arrestatiebevel tegen Al-Bashir zou kunnen leiden tot vergeldingsmaatregelen tegen hulpverleners en de bevolking van Darfur. De Amerikaanse Sudanexpert Eric Reeves zei nooit eerder te hebben meegemaakt dat zo veel hulporganisaties tegelijk de wacht wordt aangezegd. Maar hij wees erop dat Sudan het de hulpverleners ook voor het arrestatiebevel al erg lastig maakte of hun de toegang tot Darfur ontzegde. Een arrestatiebevel achterwege laten en de status-quo laten bestaan in Darfur, waar al 300.000 mensen zijn omgekomen, brengt ook risico’s mee, zei hij.
Onder de ontheemden in de kampen heerst voornamelijk angst. „De mensen staat nu al twee tot drie uur in de rij voor water. Onder nieuwkomers is diarree uitgebroken. Naar wie moeten die toe”, vroeg een man in het kamp Zamzam. „Ik wil niet tweemaal worden onderdrukt, eerst door Al-Bashir en dan door het Internationaal Strafhof. Wie wordt daar beter van? Wij zijn de verliezers.”
China schaart zich achter de oproep van Afrikaanse en Arabische landen aan het Internationaal Strafhof om het arrestatiebevel voor de Sudanese president Omar al-Bashir in te trekken. Diens aanhouding zou de pogingen om vrede en stabiliteit in de Sudanese regio Darfur te brengen alleen maar schaden.
China, een belangrijke afnemer van Sudanese olie en leverancier van in Darfur veel gebruikte lichte wapens, wordt vaak verweten te weinig druk op de regering uit te oefenen om aan de burgeroorlog een eind te maken.
Daarvan wilde woordvoerder Qin Gang van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken niets weten. Hij wees erop dat China met 350 vredessoldaten bijdraagt aan de inspanningen om de toestand in Sudan te stabiliseren.