Recente ’presidentiële’ beklaagden
De Sudanese president Omar Hassan al–Bashir is niet de enige leider die in onze tijd door een tribunaal wordt of werd belaagd. Hieronder volgen enkele markante voorbeelden:
MILAN MILUTINOVIC: Afgelopen week nog werd in Den Haag de voormalige Servische president Milan Milutinovic vrijgesproken van aanklachten over etnische zuiveringen die Serviërs in 1998 en 1999 in Kosovo volgens de aanklagers pleegden. Milutinovic werd door het Joegoslavië–Tribunaal in mei 1999 aangeklaagd wegens misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden toen hij president was.SLOBODAN MILOSEVIC (1941–2006): In de ogen van aanklagers van het Joegoslavië–Tribubnaal was Milosevic het kwade brein achter vrijwel alles wat er sinds 1991 misging op de Balkan. Milosevic was president van Joegoslavië toen hij in 1999 tijdens NAVO–aanvallen op dat land door het tribunaal werd aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Later kwam daar genocide bij. De aanklagers zijn er nooit in geslaagd hun zeer uiteenlopende stellingen over Milosevic’ persoonlijke verantwoordelijkheid door rechters bekrachtigd te zien. Milosevic werd in april 2001 opgepakt en naar Den Haag gevoerd maar hij overleed in 2006 toen zijn proces nog gaande was.
RADOVAN KARADZIC: De president van door Serviërs gedomineerd Bosnië, Radovan Karadzic, is volgens aanklagers van het Joegoslavië–Tribunaal een drijvende kracht achter etnische vervolgingen geweest. Hij werd in 1995 beschuldigd van volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Hij was jaren spoorloos. Pas in 2008 dook de vermomde Karadzic bij Belgrado op. Hij stond voor het eerst in juli 2008 voor de rechter op het Joegoslavië–Tribunaal.
CHARLES TAYLOR: De Liberiaanse ex–bendeleider Charles Taylor was president toen hij in maart 2003 werd aangeklaagd door het Speciale Hof voor Sierra Leone. Hij werd drie jaar later aangehouden in Nigeria. Hij wordt wegens zijn rol bij de gruwelen die zich in het West–Afrikaanse Sierra Leone afspeelden beschuldigd van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Zijn zaak is naar Den Haag overgeheveld en heeft onderdak gevonden bij het Internationaal Strafhof. Het proces begon in juni 2007.
SADDAM HUSSEIN (1937–2006): Na de val van Saddam Husseins wrede dictatuur in 2003 werd hij door de nieuwe Iraakse heersers berecht door een speciaal tribunaal. Hij werd na een proces van een jaar in november 2006 ter dood veroordeeld wegens misdaden tegen de menselijkheid, gepleegd in het Koerdische Dujail. Hij werd eind datzelfde jaar opgehangen.
HISSÉNE HABRÉ: Deze Tsjadische couppleger heerste vanaf 1982 acht jaar autoritair over zijn land. Nadat hij was verjaagd, werd hij in een proces in Tsjaad schuldig bevonden aan misdaden tegen de menselijkheid. Hij werd daarvoor in augustus 2008 bij verstek ter dood veroordeeld. Habré wordt ongemoeid gelaten en woont in Senegal.
MENGISTU HAILE MARYAM: Deze militair leidde van midden jaren zeventig tot de val van zijn regime in 1991 een gruwelijk schrikbewind. Mengistu vluchtte naar zijn socialistische vriend Robert Mugabe, de president van Zimbabwe. Hij woont daar nog steeds. Het proces tegen hem begon in Addis Abeba in 1994 en werd in 2006 afgerond. Mengistu werd uiteindelijk in mei 2008 in hoger beroep en bij verstek wegens genocide ter dood veroordeeld.