Binnenland

„School moet één lijn trekken”

UTRECHT – Duidelijk en consistent zijn. Anders heeft een schoolbestuur geen been om op te staan.Het is het fundament van het toelatings- en benoemingsbeleid, zegt de Utrechtse rechtsgeleerde dr. M. de Blois.

L. Vogelaar
4 March 2009 11:11Gewijzigd op 14 November 2020 07:25
De Blois: Vasthouden aan identiteit wordt steeds belangrijker. Foto RD, Anton Dommerholt
De Blois: Vasthouden aan identiteit wordt steeds belangrijker. Foto RD, Anton Dommerholt

Samen met juridisch beleidsmedewerker mr. T. E. Blom van scholenorganisatie VGS stelt hij morgen een netelig onderwerp aan de orde: wat kan een schoolbestuur uitrichten als een werknemer gedurende zijn dienstverband in opvattingen is gaan schuiven?„De identiteit van docenten en leerlingen is onverbrekelijk verbonden aan het richtingsprincipe waarmee bijzondere scholen zich onderscheiden. Als een werknemer een andere overtuiging gaat aanhangen, staat de Algemene wet gelijke behandeling beëindiging van het dienstverband niet in de weg”, zegt De Blois. „Door de toenemende invloed van de buitenwereld wordt het helder formuleren van én vasthouden aan de identiteit van steeds crucialer belang.”

Enkele jaren geleden ontsloeg een gereformeerd vrijgemaakte school een docent die met de Nieuwe Vrijmaking was meegegaan. „De betrokkene meende dat hij dichter bij de grondslag van de school bleef dan degenen die niet met de Nieuwe Vrijmaking meegingen. De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) velt daarover echter geen oordeel. Het schoolbestuur werd in het gelijk gesteld, omdat het zich aan de kerkelijke lidmaatschapsregels hield die in de statuten waren vastgelegd.”

Lastiger wordt het als iemand niet duidelijk van godsdienstige richting verandert, maar door zijn opvattingen wel steeds minder goed binnen een school past. Daar heeft hij invloed die een bestuur ongewenst vindt. „Binnen kerken en groepen zijn er nu eenmaal allerlei liggingen en schakeringen. Waar ligt dan de grens? Ook dan is consistentie van groot belang. Dat is het punt waar het vaak misgaat. Als je van de ene docent of leerling iets accepteert wat je van de ander weigert, welke zorgvuldige afweging daaraan dan ook ten grondslag ligt, wordt het moeilijk dat voor de rechter of bij de CGB overeind te houden.”

Dat geldt volgens De Blois zeker voor scholen die steeds meer tolereren en vervolgens te extreme gevallen willen aanpakken. „Op veel protestants-christelijke en rooms-katholieke scholen is de grondslag nog wel waterdicht, terwijl daar een steeds ruimere invulling aan gegeven is. Als een bestuur zo al jaren uitverkoop van zijn identiteit houdt, krijgt men het bij de rechter moeilijk als men een docent wil aanpakken die wel erg ver doorschiet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer