In 2006 turfde het homo-emancipatoire onderzoeksbureau Movisie 42 gemeenten die twee of meer beleidsmaatregelen ter bevordering van de homo-emancipatie namen. Eind vorig jaar was dat aantal gestegen naar 123.Movisie schrijft de stijging mede toe aan de inzet van minister Plasterk van OCW. Hij zette de emancipatie van homoseksuelen op de politieke agenda met de nota ”Gewoon homo zijn”.

Het onderzoeksbureau constateert tegelijkertijd dat de praktijk niet direct aansluit op het gemeentelijke beleid. „We zien het beleid nog niet altijd terug in de uitvoering. Daar moet nog verbetering in komen.”

Zes van de deelnemende gemeenten gaven aan dat allochtone jongeren met homoseksuele gevoelens weten waar ze terecht kunnen voor steun of hulp. „Een zorgelijk resultaat”, vinden de onderzoekers. Allochtone homo’s willen zowel loyaal zijn aan hun seksuele voorkeur als aan hun eigen etnische kring. „Veel van hen krijgen hierdoor ernstige psychische problemen.”

De onderzoekers noemen het opvallend dat van de 50 grootste gemeenten er 21 zeggen iets „substantieels” te doen aan homo-emancipatie, waaronder Den Haag, Utrecht en Nijmegen.

Aan het onderzoek deden 172 van de 443 gemeenten mee.