Wonderkind ‘geneest’ zieke Indonesiërs
Het jongetje Ponari zou met een magische steen mensen gezond kunnen maken. Zijn dorp in Oost-Java verdient goudgeld aan de bezoekers. Veel doodzieke Indonesiërs hebben geen alternatief.
Honderdduizenden zieke mensen uit de verste streken van de archipel kwamen de afgelopen weken naar het dorpje Balongsari, in Oost Java. Ze hopen dat het drinken van het magische water van een dorpsjongetje hen zal genezen. Dagelijks verzamelen gemiddeld 5000 mensen zich in eindeloze rijen voor de deur van de negenjarige Muhammad Ponari. Ze geloven er heilig in dat hij de benodigde magische geneeskrachten bezit. Critici in Jakarta noemen het volksbedrog en uitbuiting van het kind.Ponari kreeg niet zomaar magische krachten. Volgens de lokale legende speelde hij buiten toen hij door de bliksem werd getroffen. Kort daarop vond hij een steen die hij weggooide. Maar de steen keerde altijd terug naar Ponari. Toen hij de steen in het water hield, ontdekte hij dat het water in een magische vloeistof veranderde die talloze aandoeningen kan genezen.
Duizenden patiënten, sommigen terminaal ziek, hopen zo snel mogelijk een glas van het magische vocht aan hun lippen te zetten. Ze betalen complete maandsalarissen van omgerekend honderden euro’s voor het water. De flesjes dragen de naam Ponari Sweat, een komische verbastering van het populaire energiedrankje Pocari Sweat.
Volgens artsen, sociologen en religieuze experts valt er niets te lachen. Ze eisen dat de regering stappen onderneemt om de rechten van het jongetje te beschermen en tegelijkertijd het publiek beter te informeren over de gezondheidszorg.
Moslimleiders en christenen lijken verenigd in hun felle oproep om de massahysterie rond de magie van het jongetje te beëindigen. Want de eerste dodelijke slachtoffers in Balongsari zijn al gevallen. Eerder deze maand werden vier mensen doodgedrukt in de mensenmassa voor het alternatieve dokterspraktijkje in het dorp. Woensdag werd een driejarig jongen onwel tijdens de Ponari Sweatbehandeling. Hij werd snel naar een naarbijgelegen ziekenhuis overgebracht, waar hij zijn laatste adem uitblies.
Salahuddin Wahid, een leider van de invloedrijke moslimorganisatie Nahdlatul Ulama, beschuldigt de aanbidders van het jongetje ervan afvallige moslims te zijn. De schuldige vingers wijzen echter niet alleen naar Ponari’s familie en buren. Waarnemers menen dat de falende gezondheidszorg in Indonesië een belangrijke drijfveer is om naar kwakzalvers en magische geneesheren te stappen.
Ziektekostenverzekeringen ontbreken nog steeds in de meerderheid van Indonesische huishoudens. Circa 76 miljoen mensen zijn afhankelijk van de overheid voor karige overheidsuitkeringen en uitermate beperkte medische hulp.
Sommige Indonesische medici beschouwen Ponari niet alleen als een fenomeen van de arme onderlaag van de Indonesische samenleving. Rijke mensen gebruiken net zo goed de kunsten van magische heelmeesters. „Mensen die snel willen genezen, gaan naar een sjamaan. Mensen die snel rijk willen worden eveneens”, sprak Kartono Mohammed, voormalig voorzitter van de Indonesische Medische Vereniging, tegen Indonesische journalisten. Volgens Kartono is het geen kwestie van rijk en arm. Het probleem zijn het ongeduld en de gemakzucht van veel Indonesiërs, die snel resultaten willen zien als een familielid ziek is.
Intussen lijkt het jongetje het slachtoffer van zijn eigen succes. Ponari’s familie en dorpelingen buiten hem uit voor financieel gewin, zo concluderen kinderorganisaties. Naar school gaan, kan hij niet. De bekende Indonesische voorvechter van kinderrechten Seto Mulyadi heeft Balongsari bezocht, en met de ouders van Ponari gepraat.
Ook hebben leraren van het buurtschooltje vader Kasim opgezocht. Maar volgens Kasim is het onmogelijk zijn zoon naar school te brengen, omdat patiënten en dorpsgenoten hem de weg blokkeren. De dorpsgemeenschap van Balongsari verdient dagelijks omgerekend bijna 70.000 euro aan de zieke bezoekers.
De meningen over de werking van het magische water zijn intussen verdeeld. Sommigen voelen zich beter, terwijl mensen met zwaardere ziekten geen vooruitgang constateren.