Er zijn drie voorname zaken waarin de mens zich dagelijks moet oefenen: lijdenskunst, bidkunst en stervenskunst. Wij moeten ons daarnaast ook oefenen in lijdzaamheid. Dat bestaat uit het verdragen van allerlei verdrukkingen, die ons in dit leven zo vaak ontmoeten, want dat is het lot van de gelovige.„In de wereld zult gij verdrukking hebben”, gelijk onze Zaligmaker Zijn discipelen voorspelde. Wij moeten „door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk Gods.” Volgens de apostel Paulus is de deugd van lijdzaamheid dringend noodzakelijk, opdat wij onder de last van de verdrukkingen staande zullen kunnen blijven. Lijdzaamheid maakt een kind van God immers zo onoverwinnelijk dat hem de poorten der hel zelfs niet kunnen overweldigen.

De donder kan wel grote bomen ontwortelen, maar het lukt bij de laurierboom toch niet. Zo kunnen ook de donderslagen van de verdrukking wel allerlei personen neervellen, maar een lijdzaam mens blijft in dit leven staande als een onwankelbare rotssteen te midden van deze woedende zee.

Wij worden „in alles verdrukt, doch niet benauwd, twijfelmoedig, doch niet mismoedig.”

Franciscus Elgersma,predikant te Grouw

(”Een bundelken van Heilige meditatiën”, 1696)