Elie Wiesel getuigt in proces-Plavsic
De schrijver en Nobelprijswinnaar voor de literatuur Elie Wiesel heeft maandag voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag getuigd in de zaak tegen de voormalige Bosnisch-Servische president Biljana Plavsic.
In het deel van het proces waarin de strafmaat voor de 72-jarige Plavsic zal worden bepaald, riep Wiesel, zelf een overlevende van de holocaust, het tribunaal op om „het lijden van alle slachtoffers” mee te nemen bij de bepaling van de strafmaat voor Plavsic, de tot nog toe hoogste politieke leider uit het voormalige Joegoslavië die vervolgd wordt wegens oorlogsmisdaden. Wiesel verscheen overigens niet in persoon in Den Haag, maar getuigde via een videoverbinding vanuit Parijs.
Wiesel leek met zijn oproep aan de rechters om de gevolgen van de acties van Plavsic in ogenschouw te nemen, te pleiten voor een zware straf voor Plavsic en andere politiek verantwoordelijken voor de Balkanoorlogen in de jaren ’90.
Later deze week zullen onder anderen ook nog de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, Madeleine Albright, en Alex Boraine, de vice-voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Waarheidscommissie, door het tribunaal worden gehoord.
Plavsic is aangeklaagd voor haar aandeel in het voorbereiden van de verdrijving van moslims en andere niet-Serviërs uit door Serviërs gedomineerde delen van Bosnië in de oorlog van 1992-95. Zij was later president van het Servische deel van Bosnië en is tot nog toe de enige vrouw onder de meer dan honderd verdachten die door het tribunaal zijn aangeklaagd.
Plavsic kan maximaal levenslange gevangenisstraf krijgen. Zij verklaarde aanvankelijk onschuldig te zijn aan de oorspronkelijke aanklacht, die acht punten telde, waaronder volkerenmoord, maar bekende in oktober schuld toen de aanklagers de tenlastelegging terugbrachten tot één punt: misdaden tegen de menselijkheid.
In een interview dat zondag in Belgrado werd gepubliceerd, bestreed Plavsic dat zij het met de aanklagers op een akkoordje zou hebben gegooid en zou hebben toegezegd om tegen de vroegere Joegoslavische president Slobodan Milosevic of andere prominente verdachten te getuigen.
Deze eerste schuldbekentenis van een Servische toppoliticus is ook belastend voor Milosevic, die op het moment van de feiten president van Servië was. Volgens Plavsic’ schuldbekentenis werden al in oktober 1991 voorbereidingen getroffen om „etnische scheiding met geweld” te realiseren voor het geval dat de onderhandelingen tussen de bevolkingsgroepen over de toekomst van Bosnië zouden mislukken.
Aan dit plan hebben mensen als Milosevic, Karadzic, Momcilo Krajisnik en Ratko Mladic meegewerkt, aldus de schuldbekentenis. Karadzic en Krajisnik reisden regelmatig naar Belgrado voor ’overleg’ en ’advies’. Het Bosnisch-Servische leger werd „gefinancierd en logistiek ondersteund door de politieke en militaire leiding in Belgrado”.
Plavsic raakte met Albright bevriend toen zij van 1996-’98 president was van de Republika Srpska in Bosnië. De aanklagers zowel als de verdediging hebben het tribunaal gevraagd de voormalige Amerikaanse minister op te roepen als getuige.
Plavsic was in de oorlogsjaren een felle Servische nationaliste, maar toen de oorlog voorbij was, brak zij met Radovan Karadzic en vervulde zij een belangrijke rol bij de uitvoering van het vredesakkoord van Dayton van 1995, dat een eind maakte aan de oorlog in Bosnië.
Plavsic mocht afgelopen zomer van tribunaalvoorzitter Richard May naar haar land terugkeren om haar proces af te wachten. May waarschuwde echter dat dit niet betekende dat ze een lichte straf zou krijgen. In andere zaken waarin de verdachte bekende zijn straffen variërend van vijf tot veertig jaar uitgesproken.
Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte benadrukte maandag in haar openingsverklaring hoe belangrijk het is dat voor de eerste keer een belangrijke politiek leider uit de Balkanoorlogen in de jaren ’90 „verantwoordelijkheid heeft toegegeven voor verschrikkelijke misdaden”, met „duizenden onschuldige slachtoffers.”
„Niets in de schuldbekentenis kan de ernst van de misdaden wegnemen”, aldus de Zwitserse. Maar het feit dat Plavsic bekent dat de misdaden inderdaad zijn gepleegd, is „een belangrijke stap in de richting van verzoening in Bosnië-Herzegovina”. Zo wordt het ’revisionisme’ doorbroken waarbij de misdaden worden ontkend.