Gelukzaligheid
„Zalig zijn de doden die in de Heere sterven.”Openbaring 14:13
God heeft in Zijn voorzienigheid van Christus in Zijn dood en opstanding, samen met de werking van de Heilige Geest, meer tot troost van Zijn kinderen kunnen eisen dan zo vele vruchten die hun oorsprong hebben in de liefde van God en het eeuwigdurende verbond. God geeft Zijn engelen bevel de gelovigen in hun sterven op te wachten om hun ziel in Abrahams schoot te dragen. Want hoewel de engelen dienstige geesten zijn die worden uitgezonden in dit leven, zo zijn zij nog meer tot bijstand in het sterven van de gelovigen.God heeft Zijn kinderen zo lief dat Hij engelen heeft om hen te dienen. Zo dit niet de belangrijkste troostgrond is, dan is dit toch een uitnemende vertroosting. Wanneer leraar noch vriend hen kan troosten, hebben zij dan nog de engelen om voor eeuwig bij hen te zijn en hen naar de hemel te geleiden, wat hen tot hun eer wordt gerekend. Er is nog iets: de aanstonds tegenwoordige gelukzaligheid waarmee de ziel na de dood wordt overkleed. Dan genieten zij een volkomen ontslag van al het kwaad van dit leven. Geen zonden, geen verwijt, geen beschuldiging, geen kruis, geen moeite zal er meer zijn.
James Durham,predikant te Glasgow
(”De zaligheid der doden”, 1735)