Kim, aartsbisschop van Seoul van 1968 tot en met 1998, kwam op voor bescherming van de mensenrechten in het lange tijd autoritair geregeerde Zuid-Korea.Hij kritiseerde de militaire leiders die het Aziatische land bestuurden en was een van de belangrijkste figuren die eraan bijdroegen dat Zuid-Korea een democratie werd.

Onder Kims leiding nam het aantal rooms-katholieken sterk toe. Paus Paulus VI benoemde hem in 1969 tot kardinaal.

In Korea zegt een kleine helft van de bijna 50 miljoen mensen geen religieuze overtuiging te hebben. Ongeveer 30 procent is christen, waarvan bijna 20 procent protestant en ruim 10 procent rooms-katholiek.