Gsm-fabrikanten willen oude mobieltjes terug
Tien grote aanbieders van mobiele telefoons hebben donderdag afgesproken zich meer te bekommeren om hun afgedankte telefoons.
De tien, waaronder Nokia, Motorola en Philips, gaan consumenten oproepen hun oude toestellen terug te brengen naar de winkel.
De ondernemingen willen voorkomen dat ze het zicht verliezen op de gevaarlijke afvalstoffen die in telefoons zitten. Daarbij gaat het om plastic en metalen onderdelen en nikkel-cadmiumbatterijen.
De samenwerking is gebaseerd op de Conventie van Bazel, een initiatief uit 1989 dat de handel in giftige stoffen reguleert en zoveel mogelijk moet beperken. Tot dusver hebben, behalve de bedrijven, vooral landen zich bij de conventie aangesloten. Gehoopt wordt nu dat meer bedrijfstakken milieuvriendelijke initiatieven ontwikkelen voor hergebruik en verwerking van hun producten.
Nu komen er jaarlijks circa 400 miljoen nieuwe mobieltjes op de markt. Bij een levensduur van twee tot drie jaar worden elk jaar 100 miljoen apparaten afgedankt.
In Nederland kunnen oude mobiele telefoons al worden teruggebracht naar de verkooppunten. Ze vallen onder recyclingwetgeving uit 1999, die ook een verwijderingsbijdrage voorschrijft om de verwerking van consumentenelektronica te financieren.
Een woordvoerster van Philips verwacht dat de afspraken in Bazel zullen leiden tot een betere organisatie van de afvalverwerking. „Bazel brengt een aantal partijen bijeen: fabrikanten, telecomaanbieders, recyclingbedrijven en de UNEP, de milieuorganisatie van de Verenigde Naties. Vooral de aanwezigheid van telecomaanbieders is belangrijk omdat zij direct contact hebben met de klant.”
Philips verkoopt jaarlijks tussen de 3 miljoen en 5 miljoen gsm-toestellen. Het elektronicaconcern is vergeleken met Nokia, Motorola, Siemens en Sony Ericsson een kleine speler op de wereldmarkt.