Over de eerste elf maanden van dit jaar was een daling te noteren van 3,7 procent. Dat blijkt uit de maandelijkse cijfers voor de EU, Zwitserland, Noorwegen en IJsland van de Europese organisatie van autoproducenten ACEA.

De sterkste daling viel te noteren in Portugal, waar de verkopen met 22,5 procent terugliepen. Nederland kende een daling van 1,6 procent tot 37.648. Over de eerste elf maanden van dit jaar is in Nederland sprake van een daling van 6 procent tot 490.331.

Nederland doet het daarmee na Portugal en Spanje het slechtst over dezelfde periode. De afzet ging afgelopen maand met 8,6 procent relatief het meest omhoog in Denemarken. Ook tussen januari en november is het Scandinavische land met een stijging van 16,1 procent de sterkste groeier.

De Volkswagen-groep blijft met een verkoop van ruim 2,6 miljoen auto’s de grootste producent over de eerste elf maanden van dit jaar, hoewel de afzet met 6 procent daalde. Ook Volkswagen zelf is met een verkoop van ruim 1,5 miljoen nog steeds het grootste merk (daling 8,2 procent). Het Japanse Honda is als onafhankelijk producent de grootste groeier tussen januari en november met een vooruitgang van 16,2 procent tot 147.800 verkochte nieuwe auto’s.

Het Fiat-concern krijgt de grootste klappen te verwerken. Moedermerk Fiat verloor 17,6 procent en duikt onder het miljoen verkochte nieuwe auto’s (829.511). Ook de dochtermerken Lancia en Alfa Romeo leverden fors marktaandeel in, met een daling van 28,1 respectievelijk 17,1 procent. Ford-dochter Jaguar is het merk met de hoogste groeicijfers: een stijging van 24,1 procent tot 47.984.