Hamer (PvdA): „Dit is een belangrijke doorbraak. Eindelijk kan de waarheidsvinding van start gaan.”

Van Geel (CDA): „Het is de oppositie niet om de feiten of de waarheid te doen, maar om politieke motieven.”

Halsema (GroenLinks): „Dat uit de mond van de CDA-fractievoorzitter: je moet maar durven. De grootste coalitiepartij die in de allereerste plaats ervoor verantwoordelijk is dat Nederland de oorlog is in gerommeld. (…) Alsof daar geen politiek werd bedreven door het CDA, en van nogal twijfelachtig niveau, mag ik wel zeggen.”

Van Geel: „Uw conclusies zijn allang klaar: De oorlog was onwettig. Hoe gaat u dan onafhankelijk een enquête in?”

Halsema: „U moet niet dommetje met mij spelen. Er is veel fout gegaan, en dat is bekend.”

Van der Staaij (SGP): „Linksom en rechtsom is getracht verwarring en twijfel te zaaien omtrent de informatieverstrekking van het kabinet. Dit is dermate effectief geweest, dat er inmiddels ‘in den brede’ een beeld is ontstaan dat er inderdaad wel het nodige moet zijn achtergehouden. De suggestie is gewekt dat het kabinet geen integere afweging heeft gemaakt en iets te verbergen heeft. Dit beschadigt het aanzien van de overheid.”

Van Geel: „Halsema zegt dat de premier een kalkoen is die zijn eigen kerstmenu samenstelt. Met die uitspraak heeft u zich in de kaart laten kijken. Het gaat u niet om waarheidsvinding; u weet allang wie de schuldige is.”

Halsema: „Ik hou niet van kalkoen.”

Van der Staaij: „Wij geven, om in de termen van het dossier te blijven, politieke steun aan het kabinetsbesluit om een commissie in te stellen. Meer niet.”

Pechtold (D66): „Het is een gotspe dat de commissie-Davids onafhankelijk is, want de premier zelf heeft hem ingesteld. „De regering stelt in” en „onafhankelijk” is een contradictio in terminis.”

Van Geel: „Het is een gotspe dat u van een gotspe durft te spreken.”

Halsema: „De premier van normen en waarden ontpopt zich als een man van duiken en draaien.”

Rutte (VVD): „De minister-president heeft rust gekocht, zo meent hij. Maar onrust zal zijn deel zijn. De discussie zal doorgaan.”

Pechtold: „Het parlementaire recht om een enquête te houden is door de coalitie ontmanteld.”

Pechtold: „U kunt het parlement buitenspel zetten, maar de samenleving niet. Het verlangen naar waarheid zit diep in mensen verankerd. Deze minister-president kan niet ontsnappen aan de geschiedenis, aan zijn geschiedenis.”

Rutte: „De schaduw van een parlementaire enquête zal levensgroot boven het werk van de commissie-Davids blijven hangen.”

Balkenende: „Tot maandag werd steeds gepleit voor een onafhankelijk of parlementair onderzoek. Sinds een paar dagen schijnt alleen een parlementaire enquête zaligmakend te zijn.”

Pechtold: „Feit is dat er vragen liggen die nog beantwoord moeten worden. Vier kabinetten en negen maanden later pas antwoorden als de commissie klaar is. Wat als straks een man in Texas op zijn ranch wroeging krijgt? Moeten we dan ook tot november wachten voor antwoord op onze vragen?”