Vmbo’er niet gebaat bij Jip–en Janneke–taal
Leerlingen in het vmbo begrijpen teksten in Jip–en Janneke–taal minder goed dan ’gewone’ teksten. Dat blijkt uit onderzoek waar taalwetenschapper Jentine Land volgende week aan de Universiteit Utrecht op promoveert.
In veel studieboeken worden korte, losstaande zinnen gebruikt zonder moeilijke woorden. Uit het leesonderzoek blijkt dat vmbo–leerlingen deze teksten minder goed begrijpen dan langere zinnen die door verbindingswoorden, zoals omdat en immers, met elkaar zijn verbonden.„Uitgevers gaan uit van de leesbaarheidsformule: hoe korter de zin, hoe makkelijker. Maar ze zien over het hoofd dat het onmogelijk wordt verbanden te zien als je de woorden weghaalt die de structuur aanduiden", zegt Land woensdag in Trouw.
Volgens de onderzoekster worden vmbo’ers onderschat. Door korte zinnen te gebruiken die telkens op een nieuwe regel beginnen, zakken uitgevers te ver door de knieën. „Het is de stijl van Nijntje en Jip en Janneke, het niveau van kleuters".
Op basis van haar leesonderzoek werkt Land aan richtlijnen voor studieboekteksten voor het vmbo.