WTO’ers blijven protesteren tegen werkdruk
Het personeel van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is nog niet van plan zijn protesten tegen de te hoge werkdruk te beëindigen. Een voorstel van de WTO-lidstaten dat voorziet in betere beloning en meer arbeidsplaatsen kan niet op de goedkeuring rekenen van de beleidsmedewerkers, vertalers en andere werknemers. Het personeel blijft daardoor zeker tot in januari weigeren over te werken.
Het WTO-personeel eist 8 procent loonsverhoging en twaalf extra arbeidsplaatsen. De 145 lidstaten willen niet verder gaan dan 4 procent extra en zes nieuwe banen.
Door het conflict dreigden de werknemers deze week het werk een dag neer te leggen. De eerste tegemoetkoming van de WTO-leden heeft in ieder geval deze staking afgewend. Een Nederlandse beleidsmedewerker zei maandag dat het stakingswapen slecht zou vallen bij de financiers van de WTO. De lidstaten willen deze week tempo maken met de onderhandelingen over verdere liberalisering van de wereldhandel. Hulp van bijvoorbeeld vertalers is daarbij onmisbaar.
Het arbeidsconflict sluimert al een lange tijd. In vergelijking met andere internationale organisaties verdienen de WTO-werknemers veel minder, terwijl de werkdruk door de kleine omvang van de organisatie (550 werknemers) hoger ligt. Het personeel van bijvoorbeeld de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds verdient gemiddeld 15 tot 30 procent meer.