Het onderwerp is later deze week aan de orde op de top van de regeringsleiders in Kopenhagen. Erdogan, de aanvoerder van de AKP, de partij die de recente parlementsverkiezingen heeft gewonnen, zou maandag opnieuw een ontmoeting hebben met de Deense premier, Rasmussen, die momenteel als voorzitter fungeert.

De werkgeversorganisaties in Turkije steunen de lobby in de richting van het verenigd Europa. Zij betalen een advertentie die de komende dagen in veertig kranten uit de vijftien landen van de EU verschijnt om het pleidooi van de zijde van Ankara kracht bij te zetten.

Turkije bezit sinds eind 1999 de status van kandidaat-lidstaat, maar er lopen nog geen voorbereidende besprekingen. Duitsland en Frankrijk stellen voor, zo zijn kanselier Schröder en president Chirac overeengekomen, in juli 2005 dat overleg aan te vangen, op voorwaarde dat het land dan voldoet aan de criteria daarvoor. Die hebben onder meer betrekking op het handhaven van de mensenrechten.

Groot-Brittannië, Italië, België en Griekenland zijn op de hand van Erdogan. Premier Balkenende daarentegen wil hooguit een datum aanbieden waarop een beoordeling plaatsvindt over een tijdstip voor de start van de beraadslagingen. Rasmussen verklaarde maandag: „In Kopenhagen komt er geen datum.”

Erdogan beschikt over wisselgeld. Hij kan namelijk voor een doorbraak zorgen in de onderhandelingen over Cyprus. Die ministaat is sinds 1974 verdeeld in een Grieks en een Turks deel. De Unie wil in 2004 het liefst een herenigd eiland opnemen.

Woensdag praat Erdogan met VN-topman Annan over diens vredesplan. De Turks-Cypriotische leider Denktash verwacht niet dat er nog voor de top van de EU een akkoord wordt bereikt over een voorlopige regeling.