Kwarteeuw rechterhand van Klaas Jan
Meer dan 25 jaar was Ageeth Zaanen (46) de rechterhand van Klaas Jan Mulder. Als zijn vaste registrant vergezelde ze de musicus tijdens nagenoeg al zijn concerten, tournees en opnames. Door het overlijden van Mulder is er een krater geslagen, zegt ze.
Het kost moeite om haar over de streep te trekken. Meewerken aan een interview is helemaal niet in de geest van Mulder, vindt Ageeth Zaanen. „Voor mij hoeft het niet zo nodig. Mulder kwam ook nooit met zichzelf. Als je zo veel met elkaar optrekt, ga je hetzelfde reageren, geloof ik.”Ze gaat overstag als het gaat over de beeldvorming rond Mulder in de media. Ze kan zich eraan ergeren dat er na het overlijden van Mulder, november vorig jaar, allerlei ’vrienden’ van Mulder opduiken die hem goed zouden hebben gekend en die van alles organiseren ter nagedachtenis.
„In-memoriam- of herinneringsconcerten voor bijvoorbeeld Jan Zwart, dat vond hij vreselijk, althans de commerciële kant ervan. De een z’n dood… En nu gebeurt het met hemzelf.”
Ze is begin deze maand dan ook niet bij het in-memoriamnieuwjaarsconcert in Rotterdam geweest. „Veel te veel herinneringen. Daarbij: het was dan wel in overleg met z’n familie tot stand gekomen, maar ik denk dat Mulder het zelf absoluut niet zou waarderen, en z’n familie evenmin, als het jaarlijks op deze manier door zou blijven gaan.”
De Lek
Eenmaal op haar praatstoel thuis in Lekkerkerk kan ze bijna niet meer stoppen. Aan het eind van het gesprek aarzelt ze toch weer even. „Naar Klaas z’n beleving heb ik waarschijnlijk flink uit de school zitten klappen.”
Mulder kwam hier vaak en graag, zegt moeder Zaanen (76). „Hij kon zo genieten van het uitzicht op de Lek. Hij was zelf ook in een rivierdorpje geboren, hij had iets met water.”
Moeder Zaanen is er eigenlijk een beetje de schuld van dat het leven van haar dochter helemaal in het teken van Mulder is komen te staan. Ze vertelt het met pretlichtjes in haar ogen.
In de jaren zeventig neemt vader Zaanen zoon Bram en dochter Ageeth regelmatig mee naar orgelconcerten. Vooral Mulder is populair. Als deze in 1979 in Groot-Ammers een concert geeft, trekt moeder Zaanen de stoute schoenen aan. Ze belt hem op en vraagt of hij na afloop een bakkie wil komen doen in Lekkerkerk. „De kinderen lopen nu al zo veel jaar achter u aan.” En Mulder doet het. Terwijl hij daar helemaal het type niet voor was, zegt Ageeth nu. Maar het klikt tussen de Zaanens en de musicus. „Vanaf het begin voelde hij zich hier thuis”, aldus moeder Zaanen.
Op die bewuste avond speelt Ageeth thuis een paar stukjes voor Mulder. „De Sortie van Lefébure-Wely en de eerste van de acht kleintjes van Bach. Hij vond het hartstikke leuk.”
Een jaar later registreert Ageeth voor het eerst bij Mulder. „Dat was toevallig. Hij zou ’s avonds in Capelle aan de IJssel tijdens een zangavond spelen. Ik op m’n Puch bij daglicht erheen. Maar ik was natuurlijk veel te vroeg. En het regende. Ik mocht echter vast de kerk in, waar Mulder al bezig was. Hij herkende me. „Hé, jij kunt toch noten lezen? Kun je dan vanavond registreren?” Ik sputterde tegen, maar Mulder haalde me over. „Al sla je alleen maar om.” Het liep die avond als een tierelier en het klikte meteen.”
Laurenskerk
Die avond in oktober 1980 vormde het begin van een jarenlange samenwerking. Aanvankelijk vroeg Mulder Ageeth alleen als hij in de buurt van Lekkerkerk concerteerde. En bij grotere orgels was er vaak nog een tweede registrant bij. Maar algauwxxx bleek het tweetal zo goed op elkaar ingespeeld, dat Mulder aan één registrant genoeg had. „We waren een geolied team.”
Zelfs op een orgel als dat van de Laurenskerk in Rotterdam, het grootste van Nederland, kon Ageeth het prima alleen af. „Natuurlijk, bij een groot werk van Liszt ren je je rot. En er kan ontiegelijk veel misgaan. Maar er was nooit paniek. Mensen zeiden het ook wel eens tegen me: Je blijft altijd zo rustig.” Maar ze hadden me tijdens zo’n concert niet aan de hartbewaking moeten leggen, zo’n giga-hartslag had je dan soms.”
Ze hield zich altijd zo stil mogelijk. „Mulder kon eigenlijk heel weinig verdragen tijdens het spelen. Het liefst zou hij helemaal zónder registrant werken. Aan onnodige bewegingen had hij een gigantische hekel. Dus ik probeerde altijd schuin achter hem te blijven, bijna buiten zijn blikveld, om pas op het laatste moment de registers te pakken. Maar ja, als je tijdens het concert ineens bedenkt dat je mobiel nog aanstaat, wil je ’m tóch even uitzetten. „Wat dóé je nou?” reageerde hij steevast op zo’n moment.”
Bolsward
Gaandeweg ging Ageeth helemaal leven op het ritme van Mulders agenda. „Elk jaar in januari schreef ik z’n agenda over, zodat ik op m’n werk alles op tijd kon regelen.” Want het moest allemaal gebeuren naast haar fulltimebaan op een accountantskantoor. „Sowieso was ik vrijwel altijd op zaterdag weg. En in de zomermaanden en rond de Kerst vaak meerdere dagdelen per week. En dan nog de tournees en de opnames.”
Ze maakt in die jaren heel wat kilometers. „Als het hier in de buurt was, kwam hij me vaak ophalen. Maar moesten we naar Bolsward, dan reed ik naar een carpoolplaats, waar ik bij hem in de auto stapte.”
Omdat Mulder zich altijd goed voor wilde bereiden, zorgde hij ervoor op tijd in de kerk aanwezig te zijn, vooral bij de grotere orgels. „In Bolsward waren we dan al om 11.00 uur. En pas in de kleine uurtjes was ik weer thuis.”
Ze lacht als ze denkt aan al die orgelcommissies die graag na wilden praten met Mulder. „Ze konden hem mooi vasthouden door nog even te wachten met het geven van de envelop. Standaard zat hij dan met z’n vingers op tafel te trommelen. „Zullen wij maar weer, Ageeth?” was het dan.”
Zakelijk was de organist helemaal niet, zegt Zaanen. „Hij speelde ergens gerust twintig jaar voor hetzelfde tarief. Hij keek ook nooit wat er in de envelop zat. Het is wel gebeurd dat hij met het zakje van de koster thuiskwam. Het interesseerde hem niet echt. Hij was een muzikant. Het ging hem vooral om het plezier in het spelen.”
Tumor
Het laatste concert dat Zaanen registreerde was op 29 september 2007 in Minnertsga, in Friesland. Oktober had Mulder vrijgepland wegens een operatie aan zijn kaak. In die maand leek een tia hem te treffen. Het bleek een tumor te zijn. Doordat Mulders gezichtsvermogen snel achteruitging, zegde hij alle concerten af.
„We hebben dus helemaal niet af kunnen bouwen”, zegt Zaanen. „De ziekte kwam als een donderslag bij heldere hemel.” Ze lijkt er nog steeds beduusd van. Op 6 september 2008 is Mulder voor het laatst in Lekkerkerk geweest, toen z’n ziekte dat nog enigszins toeliet.
In Ageeths leven is het aanmerkelijk stiller geworden. „Naast Mulder mis je ook de contacten in het orgelwereldje. Maar ik heb mezelf er nog nauwelijks toe kunnen zetten om naar andere concerten te gaan.” En registreren bij een ander? „Ik heb al wel wat aanzoeken gehad. Maar dat is op dit moment ondenkbaar. Ik kan niet zomaar overstappen op een ander! Mulder en ik waren zó vergroeid.”
Ideale mix
Met Mulder is de laatste van een generatie weggevallen, zegt Ageeth. Maar wat de eigenheid van Mulder precies was, is moeilijk onder woorden te brengen. „Hij wist mensen emotioneel te raken met z’n improvisaties. Terwijl ze heel simpel lijken. Misschien was dát juist wel de kracht. Ook bezat hij mijns inziens de ideale mix van emotie en techniek.”
Daarnaast was het de manier waarop Mulder zijn programma samenstelde. „Bij een diner krijg je ook geen zes toetjes”, zei hij wanneer hij zware stukken programmeerde. Hij speelde niemand naar de mond, zogezegd, en probeerde z’n publiek muzikaal gezien op te voeden. En met zijn techniek en elastische speelstijl kwamen de moeilijkste stukken eruit alsof het hem geen enkele moeite kostte.”
En dan zijn persoon. „Hij was zeer bescheiden, misschien wel té. Ook misschien wel eens wat naïef, waardoor er dingen gebeurden die hij eigenlijk niet had voorzien. Maar een zeer innemende man met charisma. Op geen enkele manier autoritair, maar hij werd wel gezien als een autoriteit.”
Hij laat een grote leegte na bij zijn publiek, zegt Zaanen. „Onder Mulderfans is duidelijk een krater geslagen. Vergelijkbaar met toen Feike Asma in 1984 wegviel.”