Verhofstadt: Nationalisme in crisisaanpak
Bij de aanpak van de financiële crisis voeren volgens de Belgische oud-premier Guy Verhofstadt het nationalisme en het collectivisme de boventoon. „Veel landen proberen massaal de eigen (nationale) meubels te redden. Meer nog, ze deinzen er niet voor terug misbruik te maken van de situatie om een stuk van de verloren gewaande kroon-juwelen te redden.”
Verhofstadt schrijft dat in zijn boekje ”Een nieuwe Age of Empires”, dat vrijdag in Brussel is gepresenteerd. Hij hekelt daarin de „steeds luider klinkende neonationalistische oprispingen, kreten van winnaars en verliezers, alsof de EU nooit had bestaan.”Volgens de Belgische ex-premier „kraaide Nederland victorie toen het het Nederlandse Fortis en ABN AMRO in handen kreeg” en „jubelde Parijs” omdat Frankrijk de slag om bank-verzekeraar Dexia gewonnen zou hebben.
Verhofstadt noemt het „massaal injecteren van overheids-garanties” in noodlijdende banken op langere termijn niet de juiste aanpak van de financiële crisis. Net als morfine en methadon slechts kortstondig bij pijn mogen worden toegediend, kunnen ook overheidsinjecties maar beperkt worden toegepast, meent hij.
De Belgische politicus vreest dat voortdurende regeringsinterventies de financiële toekomst van een land op de helling zetten, omdat ze „de schulden leggen op de rug van de komende generaties.”
Verhofstadt, die in juni lijsttrekker is van zijn liberale partij bij de verkiezingen van het Europees Parlement, ziet de oplossing voor de financiële en economische crisis in meer Europese samenwerking. Hij pleit voor een sociaaleconomische regering van de zestien landen die de euro hanteren. Het economische herstelplan van de EU zou dan niet zijn blijven steken in „een opsomming van nationale inspanningen.”
Om een volwaardig Europees beleid te voeren, is het nodig de EU op een andere manier te financieren. Ze moet niet langer afhankelijk zijn van bijdragen van lidstaten, maar uit Europese belastingen worden gevoed. „Zulks zou een einde maken aan de strijd die thans woedt tussen de lidstaten, waarin het ene land stelt dat het netto te weinig betaalt, terwijl een ander land juist vindt dat het netto te weinig ontvangt”, aldus Verhofstadt.