AEL-leider Abou Jahjah bedreigd
Dyab Abou Jahjah, de voorman van de radicale Arabisch-Europese Liga (AEL) uit Antwerpen, zegt dat er serieuze bedreigingen tegen hem zijn binnengekomen. Hij beriep zich woensdag op informatie van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken dat een moordcommando het op hem gemunt heeft.
Een woordvoerder van het ministerie in Brussel ontkende echter over zulke informatie te beschikken. Volgens hem heeft het ministerie een paar weken geleden een telefoontje „in de vaagst mogelijke termen” gehad van een ambassade in Brussel over mogelijke doodsbedreigingen aan het adres van Abou Jahjah. De informatie ging niet over een moordcommando. Naar verluidt gaat het om een ambassade van een niet nader genoemd Arabisch land.
De AEL-leider kwam dinsdagavond vrij, nadat hij was opgepakt als vermeend aanstichter van rellen die vorige week in Antwerpen uitbraken. Honderden jonge Marokkanen betoogden toen tegen het doodschieten door een Vlaamse buurman van een jonge Belgische Marokkaan.
Abou Jahjah heeft beloofd drie maanden lang niet deel te nemen aan demonstraties, maar hij mag gewoon spreekbeurten houden en meedoen aan debatten. Hij trok na zijn vrijlating meteen fel van leer tegen de Belgische premier Verhofstadt, omdat die de AEL in het parlement crimineel noemde. Er zou een klacht wegen laster en eerroof komen.
Verhofstadt zag woensdag geen reden de AEL zachter aan te pakken. Hij noemde voor de televisie de liga „een bedreiging voor de samenleving” en een organisatie die „leeft van confrontatie en provocatie.” De dagvaarding tegen hem deed hij af als „een zaak voor het gerecht.”
Volgens voorzitter De Croo van de Kamer van Volksvertegenwoordigers kunnen politici echter niet worden vervolgd voor uitspraken die zij in het parlement hebben gedaan. Dat staat in de grondwet om politici te beschermen tegen druk van buitenaf.