Ook tientallen parlementsleden van de regerende Labourpartij zijn tegen het voorstel.

Honderdzeven parlementariërs van Labour dienden een motie in waarin ze stellen dat alleen een totaalverbod op de vossenjacht acceptabel is. Staatssecretaris Alun Michael van plattelandszaken had voorgesteld de jacht op hazen en herten te verbieden, maar jachten op vossen elk afzonderlijk te laten beoordelen door een onafhankelijke commissie. De commissie moet onder meer bepalen of de jacht, waarbij honden worden ingezet die de prooi verscheuren, niet te wreed is.

Tegenstanders van de vossenjacht vinden de inzet van de honden onacceptabel, evenals het privilege dat de welgestelde elite zou genieten als de vossenjacht mag blijven bestaan.

Voorstanders van de vossenjacht wijzen het regeringsvoorstel evengoed af, omdat het een in hun ogen ongefundeerde uitzondering zou maken voor de hazen- en hertenjacht. Een verbod op de vossenjacht zou volgens hen duizenden banen kosten en de jachthonden zouden moeten worden afgemaakt.

Als een deel van de Labourpartij het regeringsvoorstel afwijst, heeft de regering geen meerderheid voor haar compromisvoorstel. De Conservatieven steunen doorgaans de voorstanders van de vossenjacht. De discussie die de Britten inmiddels vijf jaar bezighoudt, wordt dan opnieuw niet afgerond.