Hulporganisatie Palestijnen zelf in problemen
De VN-organisatie Unrwa lenigt al jaren de ergste nood van de Palestijnen in de Gazastrook, waarbij de hulpverleners geregeld met geldproblemen kampen. Donderdag stopte het agentschap echter zijn werkzaamheden, omdat het te gevaarlijk zou zijn geworden door het Israëlische offensief.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties richtte de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (Unrwa) eind 1949 op. De VN reageerden daarmee op de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948.Het grootste agentschap van de VN met ruim 25.000 medewerkers probeert het lot van de vier miljoen Palestijnen in de Palestijnse gebieden en in Jordanië, Syrië en Libanon te verlichten. De Unrwa biedt eerste hulp en opvang, maar ook onderwijs, gezondheidszorg en sociale hulpverlening.
In de jaren na het begin van de tweede intifada (opstand tegen de Israëlische bezetting) in september 2000 groeide het aantal Palestijnen dat afhankelijk van voedselhulp werd van 115.000 tot ruim boven de miljoen. Voor de tweede intifada werkten ongeveer 130.000 Palestijnen in Israël, wat inkomsten voor ongeveer een miljoen Palestijnen betekende. Deze geldstroom droogde praktisch op, ook door de Israëlische blokkade van het gebied.
De Unrwa zelf kwam ook in de problemen door de geldverslindende oorlogen in Afghanistan en Irak. De organisatie moest haar hulpprogramma’s in de bezette Palestijnse gebieden drastisch inkrimpen.