Stuntelen met de Stanley Rider
Tirol staat bij veel Nederlanders synoniem voor wintersport. In de wintermaanden struikel je er over de Hollanders. ’s Zomers is het er een stuk rustiger. Toch valt er dan genoeg te beleven. In de Tirol Zugspitz Arena bijvoorbeeld. Een aantal sportieve ervaringen op een rij.
Wandelen Na een bijna 800 kilometer lange autorit vanuit Nederland is het goed de benen even te strekken. Een eerste goede optie is een wandeling rond de Heiterwanger See, een van de zeven meren in de Tirol Zugspitz Arena, in het noordoosten van Oostenrijk.
Het meer lijkt net een fjord, omdat het aan alle kanten is omringd door steil oprijzende bergen. Het wandelpad langs de oevers is nog redelijk vlak en goed te doen voor beginners. Toch staat het zweet algauw op het voorhoofd. Een duik in het smaragdgroene water lokt. Hoewel, het water is behoorlijk koud (maximaal 22 graden). Dat komt mede doordat het meer zo diep is: 16 meter. Voor duikers interessant. Ook vissers komen hier graag.
Na een uurtje stevig wandelen wordt de Heiterwanger See smaller. Via een kanaal is het meer verbonden met een nog groter bergmeer: de Plansee. Het is mogelijk om ook langs dit meer te wandelen naar een hotel aan de andere kant en vandaar per boot terug te keren naar het beginpunt. Dat betekent echter wel eerst nog zeker twee uur wandelen. Gewoon per brug het kanaal oversteken en dan naar de auto teruglopen kan ook.
Er komen nog genoeg mogelijkheden om de Zugspitz Arena met de benenwagen te verkennen, want het gebied telt meer dan 300 kilometer wandelpaden. Een uitdaging voor de wat meer gevorderde bergwandelaars is bijvoorbeeld een afdaling van de 2962 meter hoge Zugspitze. Deze berg ligt op de grens van Oostenrijk en Duitsland en is beeldbepalend voor de hele omgeving. Afgelopen zomer was de beklimming of afdaling amper mogelijk, omdat er een dik pak sneeuw lag. De plaatselijke gids had dat nog niet vaak meegemaakt.
Meer informatie: www.zugspitzarena.com, 0043-(0)5673-20000 (toerismeburo Tiroler Zugspitz Arena).
Mountainbiken
Een rondje mountainbiken, dat moet lukken. Door de Nederlandse bossen gaat het altijd heel aardig, dus wordt het in Oostenrijk vast ook een succes. Niet dus. De eerste hellingen in de buurt van het dorpje Biberwier zijn nog wel te doen. Gewoon even naar een lagere versnelling terugschakelen. Maar dan komt een stevige klim. Hoe laag de versnelling ook staat, het blijft zwaar trappen. Stug volhouden is het devies.
Even is er een vlak stukje, maar dan gaat het onverharde pad weer omhoog. Nog niet eens halverwege de klim rest niets anders dan af te stappen en verder te lopen. Het gaat niet meer. Gelukkig doemt er in de verte een houten stalletje op, gemaakt van boomstammen en volgestouwd met hooi. Een mooi rustpunt.
Hoeveel kilometer gaat de route nog door? Het wordt kiezen: tanden op elkaar en doorgaan of teruggaan? De regen maakt de beslissing makkelijk: nat worden is geen optie, dus het wordt teruggaan.
Een berg beklimmen per mountainbike is zwaar, maar een berg afdalen per mountainbike is gevaarlijk. De regen maakt de stenen op het pad glad. De achterrem moet wel roodgloeiend worden, want hij is bijna de hele tijd in gebruik. Zo min mogelijk op het voorwiel remmen, want een buiteling is zo gemaakt. Niet voor niets is de fietshelm verplicht.
Op de rechte stukken gaan alle remmen los. Binnen een mum van tijd is de voet van de helling bereikt. Een illusie minder, een ervaring rijker.
Meer informatie: www.bergbahnen-langes.at, 0043-(0)5673-2323 voor meer informatie over mountainbikeverhuur.
Bergbeklimmen
”Klettern am Wasserfall, een begeleide klimtocht voor beginners” staat er op het programma. Klauteren bij de waterval, wat moet dat voorstellen? Eigenlijk is het heel eenvoudig: langs een lijn tegen de rotsen omhoog, achter de waterval langs en abseilend weer naar beneden. Niet te veel over nadenken, gewoon beginnen.
Eerst de veiligheid. Iedere klimmer krijgt een helm op en een klimgordel om. De gordel zit om het middel met twee lussen om de benen. Twee zogenaamde karabijnhaken en een helm maken de uitrusting compleet.
Gids Regina legt uit waar de haken voor zijn: „Langs de rots loopt een staaldraad naar boven. Om de 2 meter zit die met een stevige bout in de rotsen vast. Wie zijn haak vastmaakt aan de lijn kan dus maximaal 2 meter naar beneden vallen. De tweede haak maak je vast voorbij een bevestigingspunt. Dan kun je de eerste losmaken en weer verder klimmen.”
Tijd voor actie. De weg omhoog valt mee. De staaldraad geeft niet alleen een veilig gevoel; klimmers kunnen zichzelf er ook aan omhoogtrekken. De nieuw aangeschafte bergschoenen geven veel grip. Vooral bij de natte rotsen onder de waterval is dat handig.
Wie omhoogklimt, moet ook een keer naar beneden. Gids Peter helpt bij het abseilen. „Ga maar met je voeten op de rand van de rots staan. Leun nu helemaal achterover zodat je benen bijna horizontaal staan.” Ja dag, wie garandeert dat er geen ruggelingse val volgt? „Er kan niets gebeuren, ik kan de lijn remmen zo veel ik wil”, zegt Peter. Voorzichtig achterover. Dit is eng. Volledig te moeten vertrouwen op de bekwaamheid van de gids. Maar het gaat goed.
Nu deze eerste hobbel is genomen, zijn de andere klauterpartijen een uitdaging. Tussen twee lijnen over de waterval heen klimmen? Geen probleem. Aan een katrolletje naar beneden? Lukt helemaal.
Dan komt de moeilijkste opdracht. Een loodrechte wand. Hoe kom je daar tegenop? Gids Regina wijst op de uitstekende rotspunten, waar de klimmers hun voeten op kunnen zetten. Ook hier is weer de staaldraad die voor veiligheid en houvast zorgt. Voetje voor voetje gaat het omhoog. Dan een heel stuk dwars langs de rots. En hoog. Uiteindelijk volgt het abseilen. Dat gaat vlekkeloos. Toch is het weer fijn om de vaste grond onder de voeten te voelen.
Meer informatie: www.bergsport-total.at, 0043-(0)5673-3000 (organisatiebureau Bergsport-Total).
Funsporten
Bovenop de 2233 meter hoge Grubigstein heeft het NTC-park een vestiging waar toeristen diverse funsporten kunnen doen. De naam zegt het eigenlijk al: funsporten zijn er niet om conditie op te bouwen, maar zijn vooral leuk.
Een goed voorbeeld is mountainrollen. Neem een stevige step, monteer er grote banden onder, zorg dat de remmen het goed doen en ga er mee de berg op. Voor de step is er een speciale haak aan de stoeltjeslift, zodat zelfs de berg opgaan geen energie kost. Eenmaal boven stapt de funsporter op zijn step en gaat hij vanzelf naar beneden.
De grote banden hebben gelukkig nogal wat profiel, zodat er op het onverharde pad voldoende grip is. Vooral in de haarspeldbochten is dat geen luxe. Het enige wat de funsporter doet, is de remmen regelmatig goed inknijpen. Verder kan hij genieten van de wind die om zijn oren suist. Binnen een mum van tijd is hij weer beneden. Dit gaat lekker.
Precies hetzelfde werkt de Stanley Rider, een driewielig karretje. Twee voeten besturen het voorwiel, twee handen bedienen de remmen op de achterwielen. De wielen zijn maar klein, de bandjes hebben geen profiel. En dat is te voelen. Hoe krampachtig de bestuurder de grote keien op het pad probeert te ontwijken, het gaat een keer mis. Het voorwiel klapt tegen een grote steen aan. De Stanley Rider begint te zwabberen. Vol in de remmen heeft als enig resultaat dat het karretje kantelt en de bestuurder in de berm belandt.
Wie het na deze grappige sporten nog niet zat is, kan ook nog bungee-trampolinespringen. Aan een paar elastieken boven een trampoline bungelen en dan maar zo veel mogelijk salto’s springen. Sportieve uitdagingen aangaan, prima, maar misselijk worden om te kunnen zeggen dat je bungee-trampoline gesprongen hebt, nee, laat maar zitten.
Meer informatie: www.bergbahnen-langes.at, 0043-(0)5673-2323 (NTC-park).