Te laat
Deze spreekwijze dient enkel daartoe om levend uit te beelden hoe ernstig de ziel van die rijke man, wiens ziel verhuisd is uit het lichaam naar de staat van het verderf, eraan toe is. Hij wenste een allerkleinst deeltje van die zoete verkwikking te ontvangen en van die storeloze rust te mogen genieten, waarvan hij wist dat Lazarus die in die zalige hemel genoot.
„Maar Abraham zeide: Kind, gedenk dat gij uw goed ontvangen hebt in dit leven.” Lukas 16:25 Het druppeltje water is hier afgebeeld als het allergeringste deeltje van de hemelse verkwikking. Dat druppeltje hangt aan de vinger van Lazarus, die er zelf een zee van genoot. Het scheen de rijke man toe dat Lazarus zo’n klein deeltje wel zou kunnen missen. Nu, nu het te laat is, denkt hij veel aan die vrome Lazarus, die man die hij in zijn leven veracht had. Hij had hem laten liggen aan zijn poort, arm, naakt en pijnlijk, vol boze en stinkende zweren. Het is die Lazarus die daar buiten voor de poort lag, bij zijn honden. Die hij nauwelijks een verkwikking gaf. O, mocht die Lazarus hem enige verkwikking zenden. Mocht hij nu de vriend zijn van hem die hij in dit leven nauwelijks had aangezien. Mocht hij van hem maar een druppeltje water genieten, die hij tevoren een kruimeltje geweigerd had. Opdat daardoor zijn ondraaglijke smart iets mocht verminderen.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De predikende en wonderdoende Christus”, 1754)