Strijd in Italië om comapatiënte
ROME – Er komt geen eind aan de strijd om het lot van een comapatiënte in Italië. Mogelijk biedt het zogenaamde Comahuis uitkomst.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft vorige week het beroep tegen de uitspraak van het Italiaanse Hof van Cassatie over het lot van een comapatiënte als niet-ontvankelijk beschouwd. Prolifeorganisaties en individuen hadden bij het Europees Hof appel aangetekend tegen de beslissing van de hoogste Italiaanse rechter, die begin vorige maand Beppe Englaro in het gelijk had gesteld. Englaro, die de vader is van een comapatiënte, wil dat er een eind komt aan de kunst-matige voeding van zijn dochter.De uitspraak in Straatsburg heeft het doel van Beppe Englaro niet dichterbij gebracht. Twee weken eerder had de Italiaanse minister voor Gezondheid een verbod uit laten gaan dat elke gezondheidsinstelling –inclusief privéklinieken die overheidsvergoedingen krijgen– strafbaar maakt die meewerkt aan versterving van Eluana Englaro, zoals de vrouw heet die bijna zeventien jaar geleden door een ongeval in coma raakte. De zaak lijkt sterk op die van de Amerikaanse comapatiënte Terri Schiavo.
De meningen tussen voor- en tegenstanders zijn zodanig op scherp gezet dat het voor de gemiddelde Italiaan moeilijk is om nog te begrijpen wat de kern van de zaak is. Volgens betrokkenen bij het Huis van de Ontwaking (Casa dei Risvegli) in Bologna gaat het om de wil om te leven. In het Comahuis, zoals de instelling in de volksmond heet, worden sinds een paar jaar patiënten en hun families medisch maar vooral ook moreel geholpen en ondersteund. „In plaats van altijd maar praten over degenen die willen weggaan, zouden we moeten praten over de mensen die willen blijven leven”, meent Alessandro Bergonzoni, een als progressief beschouwde schrijver en schilder in de krant Corriere della Sera.