Kerk & religie

Niet geveinsd

2 December 2002 09:00Gewijzigd op 13 November 2020 23:59

De tollenaar sloeg op zijn borst, om daarmee aan te wijzen dat de smart die hij voelde over zijn zonden, niet geveinsd, maar waarlijk oprecht, inwendig en hartgrondig was. Die zonden drukten hem zo zwaar, dat er geen andere droefheid in de wereld was die erbij vergeleken kon worden. Het was alsof hij in de bittere benauwdheid van zijn gemoed uit moest roepen: „O, mijn ingewand! Mijn ingewand! Ik heb barenswee…”De geveinsden hebben in het eerst ook wel vlagen van droefheid en plasregens van tranen. Ja, er kunnen wel eens zulke stormen en onweders van benauwde overtuiging in hun gemoed oprijzen, dat het schijnt dat alles zal instorten. Het duurt echter niet lang, want als het onweer bedaard is en de zon van waangeloof een weinig is opgegaan, zijn hun tranen snel opgedroogd. De grond van hun hart is dan weer hard en steenachtig, als tevoren.

Er is een groot verschil tussen een geweldige droefheid en een hartelijke droefheid. Om geen gevaar te lopen ons hierin te bedriegen, is het het beste dat wij alle droefheid over de zonden meer van de binnenzijde dan van de buitenkant trachten te bezien. Laten we toch voorzichtig zijn. Onderzoek toch in afhankelijkheid van hemels licht wat voor tranen het zijn. Zijn het Ezau’s tranen of tranen van Petrus?

Th. van der Groe, predikant te Kralingen (Toetssteen van ware en valse genade, 1752)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer