Balkenende roept op tot gesprek over geloof
Er is een nieuwe onbevangenheid gekomen in het praten over en vanuit het geloof, constateert premier Balkenende in het tijdschrift CDA.nl. „Laten we met elkaar het gesprek aangaan.”
De vanzelfsprekendheid van het geloof is voorbij. Maar de schaamte om te praten over het geloof is ook voorbij, constateren wetenschappers, journalisten en politici. Vandaar dat het het CDA goed leek om het decembernummer van het tweemaandelijkse tijdschrift geheel te wijden aan het thema religie. Gasthoofdredacteur is EO-presentator Knevel. In het nummer staan prominente CDA’ers stil bij de betekenis van het geloof, voor henzelf en voor het publieke domein.„Geloof is een geweldige bron van kracht en inspiratie. Het valt me op dat vooral jongeren steeds vaker en vrijmoediger voor hun geloof uitkomen”, schrijft minister-president Balkenende. Hij juicht die ontwikkeling toe. Over zijn christelijke uitgangspunten hoeft niemand te zwijgen. „Laten we met elkaar het gesprek aangaan over wat het geloof betekent in ons leven.”
Zelf zegt Balkenende de tekst uit Jakobus 2 mooi te vinden: „Aan de werken herkent men het geloof.” „Die tekst zie ik als opdracht, niet als pretentie. Het zit in persoonlijke dingen: het goede willen doen, maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen, je talenten benutten en oog hebben voor de zwakkeren in de wereld. Niet alleen op zondag in de kerk geloven, maar ook doordeweeks naar buiten toe.”
„Gelovige politici zijn geen betere politici dan niet-gelovige politici”, benadrukt Balkenende. „Maar als gelovige kijk je wel anders naar de wereld, je stelt andere vragen.” Hij noemt als voorbeeld het klimaatdebat. „Daarachter gaat een wereld schuil van cijfers, uitgewerkte scenario’s, technische innovaties in de energiesector en geld. Maar de vraag hoe we als rentmeesters omgaan met Gods schepping en hoe we die overdragen aan de volgende generatie, heeft voor mij wel degelijk ook een religieuze dimensie.”
Verder kruisen theoloog Kuitert en voorzitter Van de Donk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de degens over de rol van religie in het publieke domein. „Er is een verbond van christenen, moslims en religieuzen tegen ongelovigen”, vindt Kuitert. „De vraag is: hoe houd je het publieke domein schoon van het CDA, de ChristenUnie en de SGP? Het antwoord is: door geloof niet toe te laten in het publieke domein. Geloof mag een land niet regeren. Het religieuze argument mag niet worden ingebracht in het debat. Het publieke domein moet gezuiverd worden van religieuze argumenten.”
„Iedereen heeft recht op een levensovertuiging”, reageert Van de Donk, zelf lid van het CDA. „In een democratische rechtsstaat worden besluiten door de meerderheid genomen. Maar gelovigen moeten zich niet schamen om argumenten in te brengen.”