Rechter stelt Opta in het ongelijk
Aanbieders van mobiele telefonie hoeven hun aflevertarieven voor gesprekken van een vaste naar een mobiele telefoon voorlopig niet te verlagen. Dat heeft de rechter in Rotterdam vrijdag bepaald.
De rechter komt over twee weken met zijn motivering. De telecomtoezichthouder Opta had de aanbieders opgedragen elkaar per 1 december lagere tarieven te berekenen voor het gebruik van elkaars netwerken. Als een consument via de vaste telefoonlijn belt naar een mobiel nummer kost het maken van contact rond de 20 cent. Voor het bellen met een mobiele telefoon naar een vaste lijn is dat ongeveer 3 cent.
De mobieletelefoonbedrijven waren het niet eens met de Opta. Ze verwachtten veel minder omzet en inkomsten door een lager tarief. Als de interconnectietarieven omlaag moeten, gaan de kosten ergens anders omhoog, stelden de bedrijven. Volgens hen is de consument uiteindelijk niets goedkoper uit.
Telecombedrijf KPN reageert verheugd: „Voor KPN betekent de uitspraak dat de omzet- en winstdaling, zoals die bij de presentatie van de derde kwartaalcijfers was becijferd, voorlopig is afgewend.”
Aanbieder O2 is eveneens blij met de uitspraak. Het bedrijf meent dat de OPTA niet bevoegd is tarieven vast te stellen. „Anders had dat wel in de wet gestaan”, meent een woordvoerster. „Bovendien zijn onze tarieven al in lijn met die van andere Europese aanbieders.”
De Consumentenbond vindt dat bellers voorlopig te veel moeten betalen voor het bellen van vast naar mobiel. Die tarieven zijn ongeveer 30 procent te hoog, becijfert de bond. Volgens de organisatie zijn de tarieven hoger dan in andere Europese landen. Bovendien is een telefoontje van mobiel naar vast veel goedkoper, terwijl daarbij dezelfde apparatuur wordt gebruikt. De bond zegt nog niet inhoudelijk op het vonnis te kunnen reageren, omdat de rechter zijn argumenten pas over twee weken bekendmaakt.