Rechtse militie in Colombia kondigt bestand af
Een van de hoofdrolspelers bij het bloedvergieten in Colombia, de Verenigde Zelfverdedigingsstrijdkrachten van Colombia (AUC), voert vanaf zondag geen aanvallen meer uit.
Twee leiders van de rechtse AUC hebben vrijdag in een open brief verklaard dat wat de AUC betreft er een unilateraal bestand van kracht wordt. De brief is gericht aan president Alvaro Uribe, de speciale vredescommissaris Luis Carlos Restrepo en de voorzitter van de Colombiaanse bischoppenconferentie monsenieur Pedro Rubiano zo heeft het Colombiaanse dagblad El Tiempo gemeld.
De top van de AUC stelt daarbij wel dat de regering de bevolking moet beschermen in gebieden waar de AUC dat doet. Voorts behoudt de beweging zich het recht voor zichzelf te verdedigen.
De AUC bestaat uit milities van in totaal zeker 11.000 man die de strijders van de linkse rebellenbewegingen FARC en ELN te lijf gaan met dezelfde wreedheden en terreur waar die groepen zich schuldig aan maken.
De brief is ondertekend door de belangrijkste militieleiders, vooral Carlos Castan_o en Salvatore Mancuso. Ze hebben tal van goede voornemens, want ze willen als politieke kracht worden erkend. De AUC belooft in de brief kindsoldaten die ze „uit handen van de linkse guerrilleros heeft gered”, snel over te dragen aan Unicef. Voorts zal worden meegewerkt aan de terugkeer van vluchtelingen uit gebieden die de AUC beheerst. De teelt van coca (de grondstof voor cocaïne) moet volgens de verklaring worden vervangen door andere gewassen.
De verklaring moet als muziek in de oren klinken van president Uribe. Het is op papier althans een belangrijke stap naar de totale ontbinding van een van de actiefste gewelddadige groeperingen in het land. Hij zegde afgelopen week toe met de AUC een politieke dialoog te starten op voorwaarde dat die geen enkele Colombiaan meer vermoordt.
De strijders van de AUC staan bovendien politiek dicht bij de huidige rechtse regering van Uribe. Hij werd gekozen met de belofte desnoods met geweld de illegale strijdgroepen in Colombia te verslaan. Uribe filosofeerde daarbij over een burgermilitie van een miljoen man om de guerrilla te verslaan.
De AUC stelt wel voorwaarden voor het bestand en is niet in zijn geheel ondertekenaar. De militie in de regio Medellín bijvoorbeeld ontbreekt.
De beweging stelt dat een strijder ongeveer 170 euro per maand kost. Ze rekent erop dat de regering en donateurs tijdens de politieke dialoog de kosten voor hun rekening nemen. Voorts eist de AUC een einde aan juridische procedures tegen de leiders die straks onderhandelaars en politici worden. Dat heeft mogelijk internationaal consequenties. De Verenigde Staten bijvoorbeeld hebben om de uitlevering gevraagd van Castano en Mancuso wegens drugssmokkel. Tal van AUC–figuren zijn in Colombia al aangeklaagd wegens misdaden van de milities.
De AUC hoopt dat dit bestand de erkenning als politieke beweging oplevert. Bij eerdere bestanden weigerde de toenmalige president Pastrana met de AUC te onderhandelen. Hij deed dat wel, en vergeefs, met de van oorsprong marxistische guerrillabweging FARC, de grote vijand van zowel Uribe als van de AUC.