Door een andere bril
Optiekzaken draaien overuren. Alleen dit jaar kunnen kopers van een bril of contactlenzen in een aantal gevallen een deel van het aankoopbedrag terug krijgen van de Belastingdienst. En dus wil half brildragend Nederland voor de magische datum van 1 januari 2009 iets nieuws op de neus. Rode randen, brede veren, of toch maar dat zwarte retromodel? Met name de montuurkeuze kost tijd. Want wat doet een bril met een gezicht?
Stap een willekeurige optiekzaak binnen en het eerste Wat opvalt is de grote hoeveelheid kunststofmonturen. In alle kleuren van de regenboog en vaak ook nog eens met brede poten, ook wel veren genoemd. Best trendy, maar wat als zo’n bril niet bij het gezicht past? Adviseert de verkoper dan toch zo’n montuur om maar van zijn voorraad af te komen?„Absoluut niet,” zegt Karlijn de Jongh, pr-medewerkster van Het Huis, een optiekketen met 125 vestigingen die zich richt op het midden- en hoge segment. „Eerst proberen onze medewerkers zo veel mogelijk informatie van de klant te krijgen. Hoe is zijn kledingkeuze? En wat voor lifestyle heeft hij? Pas dan gaan ze monturen passen.”
Het Huis besteedt in vergelijking tot de goedkopere ketens als Hans Anders veel aandacht aan trainingen. Alle medewerkers krijgen een vipcursus, waarbij vip staat voor ”verkopen is plezier”.
Pech
Een bril onderstreept volgens De Jongh de persoonlijkheid. „Het is een gezichtsbepaler. We merken steeds meer dat een klant erover nadenkt wat hij wil bereiken met zijn montuur. Het spreekt vanzelf dat een moeder met jonge kinderen sneller kiest voor een modieus, maar tegelijk ook praktisch model, terwijl iemand die graag uitgaat, valt op een extravagant exemplaar.”
Wie enkele tientallen jaren geleden slecht zag, had pech. Hij of zij moest een hulpmiddel aanschaffen. Nu geldt soms de omgekeerde wereld. „We hebben klanten die puur voor de fun een bril kopen. Ze gebruiken hem als accessoire. Een montuur maakt het gezicht af. Bovendien is dit goedkoper dan een dure merktas.”
Uiteraard moet de bril in de eerste plaats prettig dragen. „Hij mag niet van de neus glijden. En een model dat buiten de gezichtslijnen uitsteekt, staat vaak erg vreemd.”
Wieke de Vries, pr- en communicatiemanager van Specsavers, vult de lijst met ’geboden’ moeiteloos aan. „De veren moeten evenwijdig met de slapen meelopen. Als ze te ver naar buiten of naar binnen staan, is de bril te breed of te smal. De ogen horen in het midden van de glazen te zitten, anders gaat iemand loensen.”
Wie een smalle of een brede neus heeft, kan volgens De Vries beter geen montuur van kunststof kiezen. „Bij dat soort modellen kan de neusbrug niet worden versteld. Zo iemand is vaak beter geholpen met een metalen montuur met neusvleugeltjes, want die zijn wel aan te passen.”
Lookbook
Ook Specsavers schenkt aandacht aan opleiding. Zowel de zaterdagmedeweker als de opticien, die al een mbo-diploma op zak heeft, krijgt een interne cursus.
Het zwaartepunt van de opleiding ligt op het technisch aanmeten. Of het montuur goed staat, laat Specsavers aan de klant over. „Onze ervaring is dat mensen dat over het algemeen prima weten.”
Een à twee keer per jaar geeft de optiekketen een trendrapport uit, waarin de nieuwste modellen op een rijtje worden gezet. Verder ligt er op de koffietafel in elke winkel het zogeheten Lookbook. Daarin staat een overzicht van de gezichtsvorm die bij een bepaald montuur het beste past. „Dat bladeren klanten vaak toch wel even door.”
Versierde veren
Wat zijn de trends in de brilmode? Duidelijk is dat monturen heel wat gewaagder zijn dan een jaar of vijf terug. Maar de populairste modellen van dit moment laten zich moeilijk beschrijven. Want er zit een wereld van verschil tussen de collectie van een optiekzaak in een dorp en die in een stad.
„Soms heb je modellen die in Amsterdam razend populair zijn, terwijl ik ze hier bijna niet verkoop.” Heidi van Zuuk, filiaalhoudster van de Apeldoornse vestiging van optiekketen Het Huis, pakt een zwarte bril van Ray-Ban. „Dit pilotenmodel bijvoorbeeld vliegt daar de deur uit, maar bij ons vragen klanten er nauwelijks naar. De brilmode is wat dat betreft heel plaatselijk.”
En ook leeftijdsgebonden, is de ervaring van Edgar Meeder van optiek Kale uit Nunspeet. „Jongeren zijn veel modebewuster. Zeker als ze voor hun tweede bril komen. Bij hun eerste modelletje kiezen ze vaak voor veiligheid. Daarna gaan ze voor het modeaspect. Merken als Gucci, Prada, Dolcis & Gabbana, Chanel en Versace zijn bij hen heel populair.”
Ouderen geven minder om merken, is de ervaring van de opticien. „Als het maar goed staat. Het merkje doet er dan niet toe. Wel gaat hun bril beduidend langer mee. Jongeren staan gemiddeld eens in de twee jaar op de stoep. Oudere generaties zie ik veel minder vaak.”
Wat de kleuren betreft lopen warme tinten zoals brons, bruin en rood goed. „Opvallend zijn verder de brede, bewerkte veren. Bijna alle poten zijn versierd.”
Ook bij Roukens Optiek in Oud-Beijerland gaan veel brillen met brede veren over de toonbank, meldt Nelleke Milhous. „Wij merken dat het montuur mag worden gezien. We verkopen veel roodtinten. De goud- en zilverkleurige modellen lopen ook wel, maar minder hard. Het grappige is dat ook de groep klanten tussen de 50 en de 65 jaar -waarschijnlijk door de invloed van tijdschriften en wat ze om zich heen zien- steeds meer durft.
Het is moeilijk te zeggen wat de brilmode de komende tijd precies gaat doen. Maar ik verwacht dat de modellen weer wat ronder gaan worden. Nu al zie je steeds meer ronde monturen opduiken.”