Afgeluisterd
De nieuwe cd van Noortje van Middelkoop bewijst twee dingen. Eén: haar geweldige muzikaliteit en virtuositeit. En twee: een chronisch gebrek aan geëigend repertoire voor de panfluit.
Noortje heeft zich al eerder gewaagd aan cd’s met klassieke werken, in de serie ”Gavotte”. Nu heeft ze een aantal werken opgenomen met het West Saxon Symphony Orchestra uit Leipzig. Dat komt de klankkleur zeker ten goede. Niettemin blijft het vervreemdend werken als je bepaalde stukken, die je goed kent, opeens in een totaal andere instrumentatie hoort uitvoeren.Het sterkst viel me dat op bij Beethovens ”Romanze” en Massenets ”Méditation”, waar de soloviool is vervangen door de panfluit. Er wordt dan een grens overschreden. Eigenlijk gebeurt dat ook al bij de twee delen uit Mozarts ”Kleine Nachtmusik”. Waar de panfluit de partij van de eerste viool overneemt, wordt het klankbeeld ernstig tekortgedaan. De menging van de strijkersklank wordt verstoord, omdat bij deze muziek niet doorlopend sprake is van een uitgesproken melodie, maar soms van alleen harmonie en ritme. Bovendien wordt het rondo tamelijk langzaam gespeeld. Gebroken akkoorden zijn op een panfluit natuurlijk lastiger te realiseren dan op een viool. Dat scheelt een volle minuut in vergelijking met de meeste andere opnamen.
Dat laatste geldt ook voor de bekende ”Badinerie” van Bach, maar die vaart wel bij een iets lager tempo dan gebruikelijk. De barokke stukken op deze cd kunnen qua bewerking en klankkleur sowieso wel wat meer hebben.
De begeleiding van orkest en orgel (Harm Hoeve) is zonder meer adequaat. Ook de opname is mooi helder en open. Voor wie over de bezwaren van arrangementen heen stapt, is dit een leuke cd.
N.a.v. ”Noortje - Colours of Classics - Noortje van Middelkoop, panfluit - West Saxon Symphony Orchestra Leipzig o.l.v. Markus Huber - Harm Hoeve, orgel”; LW Music (LV 200221); € 17,95; bestellen: noortjevanmiddelkoop.nl.
Kees Jansen
Dick Sanderman
De organist Dick Sanderman heeft veel psalmbewerkingen gemaakt. Behalve tientallen losse kwamen er twee boeken met bewerkingen van alle psalmen van zijn hand uit. In 2001 een voor isometrisch gezongen psalmen, in 2004 een voor ritmische psalmzang.
Verschillende van die bewerkingen heeft Sanderman op cd gezet. In 1990 in Maassluis en in 2001 in Leeuwarden. Onlangs heeft hij opnieuw zo’n cd gemaakt, nu in de Bovenkerk in Kampen.
En dit is een heel levendige cd geworden. Allereerst omdat er behalve psalmbewerkingen ook liedbewerkingen op te horen zijn. En verder omdat de bewerkingen zijn geschreven in verschillende stijlen. Zo horen we muziek die lijkt op die van Bach (Psalm 31), Pachelbel (”Hoe zal ik U ontvangen”) en Buxtehude (”Zou ik niet van harte zingen”).
Fraai 18e-eeuws klinkt het trio over ”Komt, laat ons deze dag”, zeer romantisch de bewerking over Psalm 25 en gematigd modern die over ”Ik wil mij gaan vertroosten”. En in ”Uren, dagen, maanden jaren” komt zelfs Feike Asma nog even voorbij.
Het is een genoegen om te horen hoe goed al deze bewerkingen in elkaar zitten. Ze verlopen zeer natuurlijk en geen enkele duurt te lang.
Bijzonder op de cd zijn de bewerkingen voor vierhandig orgel (de Psalmen 86, 116 en 146), die Sanderman speelt met zijn zoon Leonard.
Vermeldenswaard is de bewerking van ”Dankt, dankt nu allen God”, waar de melodie van Psalm 116 doorheen geweven is. Kijk, zó doe je dat nou! Sanderman beheerst het maken van bewerkingen zo goed, dat zelfs die over het kinderliedje ”Lees je Bijbel” volstrekt niet uit de toon valt.
Omdat de componist zijn bewerkingen bovendien fraai registreert en uitvoert, is de cd een waardevolle bijdrage aan de Nederlandse koraalkunst.
N.a.v. ”Dick Sanderman - Koraalbewerkingen Bovenkerk Kampen”; Boekenhuis Rijssen (BRCD 281); € 17,95; bestellen: boekenhuisrijssen.nl.
J. Veerman
Olivier Vernet
De Franse organist Olivier Vernet toog voor de eerste opname in een reeks met de complete symfonieën van Widor naar het pas gerestaureerde Cavaillé-Collorgel in Orléans. Een goede keus, want met z’n grotendeels Frans-klassieke basis is dit instrument erg geschikt voor de hier gespeelde symfonieën 4 en 6.
De tempi van Vernet zijn erg fraai; de hoge tempi die het spel van deze organist soms kenmerkten in zijn Mendelssohn en zijn Bachintegrale zijn gelukkig achterwege gelaten. Ten aanzien van de keuzes die hij maakte als het gaat om de gebruikte versies, is in het booklet een essay opgenomen waarin alles voortreffelijk wordt toegelicht, net als de symfonieën zelf. De opname is prachtig, de balans tussen ruimtelijkheid en directheid is ideaal te noemen.
Een paar fraaie tracks licht ik eruit. De Fugue en het bekende Andante cantabile uit de 4e krijgen veel lyriek, maar zonder dat de vaart uit de werken verdwijnt. Ook de hoekdelen krijgen bij Vernet het volle pond. De Finale uit de 6e symfonie staat als een huis, zonder dat de organist zich laat verleiden tot showinterpretatie.
Verder is in het booklet een tekst opgenomen die haarscherp het contrast aangeeft tussen de organistengeneratie vóór Widor enerzijds en de door hem opgeleide generatie die het accent meer op literatuurspel (Bach) legde anderzijds. Interessant om te lezen: het geeft ook het kader aan waarin deze werken geplaatst moeten worden.
De registraties zijn fraai in balans (bijvoorbeeld het prachtige middendeel van het Scherzo uit symfonie 6, met dubbelpedaal) en het instrument is na de restauratie weer in topconditie.
Het zal duidelijk zijn: ik ben zeer te spreken over deze schijf. Voor de luisteraars die nog geen complete symfonieën van Widor in de kast hebben staan, is deze serie aan te bevelen.
N.a.v. ”Widor - Vernet - Symphonies nr. 4 & 6 - Cavaillé-Collorgel cathédrale d’Orléans”; Ligia Digital (Lidi 0104193-08); ca. € 22,50.
Gerben Mourik