De toekomst is analoog
Beeldstabilisatie, minstens 8 megapixel, lekker ver inzoomen. En automatisch scherpstellen op gezichten is ook erg handig. Zomaar wat wensen die de fotowinkelier vandaag de dag veel hoort. Overbodige en zinloze verlangens, oordeelt de lomograaf. Voor het echte fotograferen zijn beeldsensor, batterijen, automatische scherpstelling en soms zelfs een lens overbodig. Welkom in de tak van de fotografie waar niet de techniek, maar het pure kieken het voor het zeggen heeft.
In de zomer van 1992 besluiten twee Oostenrijkse studenten hun vakantie in Tsjecho-Slowakije te vieren. Om hun belevenissen vast te leggen, koopt het stel een goedkoop fototoestel van het Russische merk Lomo en klikt er lustig op los. Eenmaal thuis in Wenen blijkt het cameraatje een verrassing in petto te hebben: de kiekjes zijn mooi van lelijkheid.Ondanks dat zij de camera handmatig scherp stelden, zijn de meeste plaatjes wazig en onscherp. De kleuren zijn daarentegen fel, het contrast uiterst hoog. Een erg constante prestatie levert het objectiefje niet; naar de randen toe wordt het beeld niet alleen vager, maar ook donkerder. Mislukte vakantiefoto’s dus. Maar nee, de studenten weten het te waarderen. Door hun nonchalante manier van fotograferen vertellen de technisch inferieure foto’s een prachtig, uniek beeldverhaal van hun vakantie.
Lomograferen
Het enthousiasme slaat over naar medestudenten en de vraag naar het kiekdoosje uit Sint-Petersburg stijgt. Dat het menens is bewijzen de studenten met het oprichten van de ”Lomographic Society”. Het eerste doel: zo veel mogelijk mensen deelgenoot maken van het ”lomograferen”. Om het gedachtegoed uit te dragen, stellen ze tien regels op (zie kader).
De ultieme missie van de organisatie is de wereld laten zien, op een spontane en originele manier, door honderdduizenden lomografen. Anno 2008 is de schare aanhangers alleen maar uitgebreid. Op de laatstgehouden internationale beeldbeurs Photokina was de Lomographic Society met haar leus ”De toekomst is analoog” opvallend aanwezig.
Ondertussen draait het al lang niet meer om de originele Lomo LC-A uit de voormalige Sovjet-Unie. Het lomoassortiment bevat bijvoorbeeld de bijzondere Supersampler met vier objectiefjes, de Lubitel met twee lenzen en het panoramatoestel Horizon. Ze zijn allemaal goed in één ding: slechte foto’s maken. Onwerkelijke contrasten, zwarte randen, onscherpte, onwezenlijk gekleurde flitsen; hoe informeler hoe mooier. Een verademing in een tijd van technische perfectie.
Holga
De Holga is een typische, middenformaat lomocamera. Het plastieken toestel gaat al voor vier tientjes over de toonbank. Bij veel modellen is zelfs de lens van kunststof. Er is ook een camera obscuravariant, zonder lens, maar met een piepklein gaatje waardoor het licht binnenvalt. Verwacht echter geen goed afgewerkt topproduct. De fabricage is zo inferieur -kwaliteitscontrole schittert door afwezigheid- dat de behuizing vaak niet perfect lichtdicht is. Dat is voor een gewone camera wel de absolute minimumeis, maar dit is lomografie.
De onbedoeld binnendringende lichtstralen zorgen op willekeurige plekken voor vlekken. Men heeft dan wel nooit van kwaliteitsbewaking gehoord, maar wel van oplossingsgericht denken. Veel starterskits bevatten een rolletje zwart plakband om het toestel lichtdicht mee te maken. Let wel, dit moet elke keer nadat een nieuw filmrolletje is geplaatst. Officieel ogende instructievideo’s raden ook aan de batterijen voor de flitser preventief vast te tapen. De kans is groot dat ze anders een eigen leven gaan leiden. Aandoenlijk primitief in een tijd waarin je als camera niet meer meetelt zonder gezichtsherkenning en ”live-view”.
De Holga 120-serie is gemaakt voor 120 mm-rolfilm. Dit is tegenwoordig nog minder gangbaar dan kleinbeeldfilm. Daarom maakt Holga adapters, zodat ook standaard kleinbeeldrolletjes in de camera passen. Stel je bij deze adapter niet te veel voor; ook hier komt er links en rechts wat plakband aan te pas om het geheel werkend te krijgen. Het doorspoelen van de film is al een klein avontuur; een aanduiding wanneer het volgende beeldje klaarstaat, is er niet. ”Draai 24 klikjes door” raadt de handleiding aan. Op de negatiefstroken blijkt echter dat het geen garantie is voor constante afstanden.
Vignettering
Het devies ”niet denken maar klikken” is even wennen. Niet door de zoeker kijken, maar de camera ongeveer in de goede richting laten wijzen en afdrukken. Staat het onderwerp er maar half op? Een kniesoor let erop, de lomograaf niet. De Holga kan positief verrassen met zijn scherpte. In het midden welteverstaan, naar de randen toe presteert het objectief aandoenlijk slecht. De kleuren zijn hard en contrastrijk. Het donkerder worden bij de randen -vignettering- is volop aanwezig. Terwijl de gemiddelde objectievenbouwer deze lichtafval tot het uiterste vermijdt, is het essentieel voor de typische lomosfeer.
Na een tijdje lomograferen blijkt hoe goed de camera’s van tegenwoordig eigenlijk zijn. Geavanceerde coatings in de objectieven zetten bij tegen- en strijklicht een zo goed mogelijk resultaat neer. De geteste Holga is wars van corrigerende laagjes. Een klein beetje licht van opzij wordt direct afgestraft met een uiterst fletse foto. Maak je er niet druk om, het is lomografie.