Snelle begrafenis vanwege sinterklaas
Het overlijden van koning Willem III kwam niet onverwachts. De toestand van de koning ging al enige tijd achteruit. In de herfst van 1890 ging het snel. Op 20 november benoemde de regering koningin Emma als regentes in zijn plaats. Drie dagen later blies de vorst zijn laatste adem uit op Paleis Het Loo in Apeldoorn.
Het hof bereidde de begrafenis in een -voor die dagen- zeer korte tijd voor. Daar zat koningin Emma achter. Hoe verdrietig zij ook was, zij wilde de bijzetting in de Nieuwe Kerk in Delft voor 5 december achter de rug hebben. „Om het volk de geneugten van het Sinterklaasfeest niet te onthouden”, noteerde haar raadgever C. H. F. graaf Dumonceau, adjudant en vanaf 1891 chef van het Militaire Huis, in zijn dagboek.De wens van koningin Emma ging in vervulling. De uitvaart had plaats op de koude, natte 4e december. Een dag later konden Nederlanders genieten van lekkernijen en cadeautjes.
De begrafenis verliep chaotisch. Of dat aan de korte voorbereidingstijd lag, is niet duidelijk. Het begon met de kist. Die was zo zwaar dat hij over de vloer Paleis Noordeinde moest worden uitgetrokken.
Bij de Nieuwe Kerk aangekomen bleek de kist opnieuw een probleem. „De koninklijke kist werd als een piano op lompe wijze versjouwd”, meldde een krant.
Ondanks de late uitnodiging waren buitenlandse hoven goed vertegenwoordigd. Op de dag van de begrafenis waren er echter te weinig rijtuigen om de gasten allemaal naar Delft te vervoeren. De hoge bezoekers moesten rijtuigen delen. Dit tot ergernis van bijvoorbeeld Grootvorst Alexander van Rusland, die met veel vertoon weigerde met anderen in een rijtuig te stappen.
Jesaja
Ook langs de route ging het mis. Een tribune stortte in. Resultaat: tientallen gewonden.
Door alle verwarring viel de stoet uit elkaar. Koetsiers probeerden nog wat orde in het geheel te brengen, maar dat lukte niet en daarom ging ieder maar zijn eigen weg naar Delft. Met als gevolg dat sommige „dignitarissen” de kerk pas betraden toen ds. C. E. Koetsveld al aan zijn preek was begonnen.
De predikant sprak met bewogenheid over het heengaan van de vorst en wees erop dat het Oranjehuis in de mannelijke lijn was uitgestorven. „Maar Goddank niet geheel.” Hij verwees daarbij naar Jesaja: „Een rijsje zal voortkomen uit de afgehouwen trok van Isaï, en een scheut uit zijne wortelen zal vrucht voorbrengen”, zo zei de predikant met een verwijzing naar de kleine Wilhelmina.
De prinses heeft het allemaal niet gehoord en gezien. Zij lag thuis ziek in bed „met hoofd- en maagpijn”, zoals zij zelf schrijft in haar memoires. De verhalen over de wanorde hebben haar echter wel bereikt. Al op jonge leeftijd liet zij een draaiboek voor koninklijke begrafenissen opstellen.