De Raad van State, de hoogste vreemdelingenrechter, heeft dat woensdag bepaald in zaken van een Turkse en een Iraakse asielzoeker.De uitspraak is een tegenvaller voor staatssecretaris Albayrak van Justitie. Zij wilde juist een einde maken aan de duizenden procedures die bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en rechtbanken lopen.

De kans is nu groot dat honderden afgewezen vreemdelingen een nieuwe procedure zullen starten. Zij kunnen bezwaar aantekenen bij de IND en zonodig in beroep bij de rechtbank en in hoger beroep bij de Raad van State. Zo’n traject kan jaren duren.

Dankzij de generaal pardonregeling van het huidige kabinet hebben tot nu toe ongeveer 27.000 asielzoekers een verblijfsvergunning gekregen. Albayrak verwachtte dat het totale aantal uit zou komen op 27.500. Ongeveer 5900 mensen voldoen niet aan alle voorwaarden van het pardon en moeten in principe het land verlaten.

Albayrak dacht nieuwe procedures te voorkomen door verblijfsvergunningen ”ambtshalve” toe te kennen. Dat betekent dat degene die geen verblijfsvergunning krijgt, ook geen bezwaar zou kunnen maken. De Raad van State deelt die redenering niet; het weigeren van een aanbod is een „rechtens relevante handeling”, aldus de raad.

De Partij voor de Vrijheid eist uitleg van de staatsecretaris over de nieuwe mogelijkheden voor afgewezen asielzoekers om een verblijf in Nederland af te dwingen.

Het ministerie van Justitie bestudeert het vonnis nog. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.