Zo zit het in Nederland
De Nederlandse Grondwet lijkt er enige ruimte voor te bieden dat de vorst of vorstin het van kracht worden van een wet tegenhoudt. In artikel 78 staat immers: „Een voorstel wordt wet, zodra het door de Staten-Generaal is aangenomen en door de Koning is bekrachtigd.” Zonder de handtekening van koningin Beatrix dus geen rechtsgeldige wet.
In de oude Grondwet van voor 1983 stond het overigens helderder. Daarin meldde artikel 130: „De Koning doet de Staten-Generaal zo spoedig mogelijk kennis dragen, of hij een voorstel van wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt.”Praktijk
In de praktijk gebeurt het echter zelden dat de vorstin dwarsligt. Zeker niet in de fase dat een wet al door Tweede en de Eerste Kamer is aanvaard. Het is ondenkbaar dat een minister in dit stadium teruggaat naar het parlement en zegt: Sorry, de koningin wil het niet.
Zou de vorstin in deze fase bezwaar maken tegen de onderhavige wet, dan zou de enig denkbare route zijn dat de desbetreffende minister de koninklijke bezwaren tot de zijne maakt en de volksvertegenwoordiging meldt dat hij, de minister, het bij nader inzien toch niet zo’n goede wet vindt. Dat is in de Nederlandse parlementaire geschiedenis, voor zover bekend, nooit gebeurd.
Drukmiddel
Daarmee is de koninklijke handtekening nog geen wassen neus. Het kan voor de vorst of vorstin wel degelijk een -spaarzamelijk toe te passen- drukmiddel zijn. Hare Majesteit moet haar invloed dan echter in een veel vroeger stadium aanwenden. Liefst nog voordat volk en volksvertegenwoordiging weet hebben van het desbetreffende voornemen van het kabinet. Als de koningin in die fase de premier laat weten in geweten bezwaard te zijn, zou het kunnen dat het kabinet van het indienen van een bepaalde wet afziet. Of dit vaak gebeurt, is onbekend. Dat is het geheim van Noordeinde.
Historie
Over de invloed van de vorst/vorstin is vaak meer bekend naarmate het langer geleden is. Zo zei Drees over Wilhelmina en Juliana dat die zeker niet „eenvoudig maar tekenden wat hun werd voorgelegd.”
Bekend is van Juliana dat zij principieel bezwaar had tegen het opleggen van de doodstraf aan oorlogsmisdadiger Willy Lages. De zaak liep in 1952 zo hoog op dat de koningin dreigde met aftreden. Het kabinet verleende Lages gratie.
Speculatie
Over koningin Beatrix’ directe invloed op het kabinetsbeleid is weinig bekend. Wel zong ten tijde van de abortuswet, de kruisrakettendiscussie en het debat over het homohuwelijk rond dat de vorstin haar handtekening aan de desbetreffende voorstellen zou willen onthouden. Maar dit ging in alle drie de gevallen om pure speculatie, waarvoor nooit enig bewijs geleverd kon worden.