De ware bidder
Hebt u wel eens met ernst en ijver en met veel hartelijkheid God om vergeving van uw zonden gebeden? Niet om enige waardigheid of deugd in uzelf, maar alleen om de verdienste van Christus, uit vrije genade, uit loutere ontferming? Met een kreet uit het diepst van uw ziel: O God, wees mij zondaar genadig!" Help mij, help mij of ik verga!Weet u van zulke onderhandelingen met God? Dan wordt u ten avondmaal geroepen. Doch zo niet, op welke gronden denkt u dan in het avondmaal tot God te naderen? Hoe zult u dan kunnen pleiten op de volmaakte gerechtigheid van Jezus, die u niet bezit? Zo u geen meerdere gerechtigheid hebt dan die Farizeeër, u kunt het koninkrijk der hemelen niet ingaan!
Bent u echter over uw staat bekommerd en moet u het roepen: „Ik, ja ik heb tegen U zwaar gezondigd. O God, wat moet ik doen?" Kom tot Hem met een hartelijke droefheid, kom in een tollenaarsgestalte, met bidden en smeken om genade bij die God Die gaarne vergeeft. Hij is zo gewillig om zondaren wel te doen. Hij heeft geen lust in uw dood. Hij is goed en vriendelijk voor alle boetvaardigen. Hij roept u tot Zijn tafel! En wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden en in de hemelse bruiloftszaal avondmaal houden.
Joh. Barueth, predikant te Dordrecht
(De predikende en wonder- doende Christus, 1754)