Neder-Betuwe wijst vloekverbod af
Het voorstel van SGP, CDA en CU in Neder-Betuwe om in de lijst van algemene plaatselijke verordening (APV) een vloekverbod op te nemen, is in de raad donderdagavond na een hoofdelijke stemming verworpen.
De christelijke partijen dienden het amendement in omdat ze van mening waren dat „de eerbiediging van Gods Naam volgens een groot deel van de bevolking een groot goed is.” Politici moeten het goede voorbeeld geven om de verruwing op straat tegen te gaan, zei SGP-fractievoorzitter C. van Tuijl. Het CDA stelde voor het vloekverbod nog uit te breiden met een verbod op „onzedelijke en ruwe taal.”PvdA, VVD en Gemeente Belangen stemden tegen het voorstel. „Een kwestie van fatsoen”, vond coalitiegenoot PvdA, „en dat moet je gewoon doen.” Het is niet de taak van de gemeente om vloeken te verbieden, stelde Gemeente Belangen. „Zoiets hoort in de opvoeding thuis.”
Volgens de SGP is het juridisch mogelijk het vloekverbod als een plaatselijke verordening op te nemen, maar de tegenstanders van het voorstel meenden dat het „onhaalbaar” was inwoners het vloeken te verbieden. „Er zou dan bijvoorbeeld een lijst moeten komen met verboden woorden. Daarover zouden we het nooit eens worden”, stelde de VVD.
De partij gaf aan positief te staan tegenover een vermindering van grof taalgebruik, maar invoering van een vloekverbod was voor de liberalen geen optie. „We vragen ons af of de burgers ons dan nog wel serieus nemen”, aldus fractievoorzitter S. van Someren.
Ook burgemeester C. W. Veerhoek wees op de „onhoudbaarheid” van een vloekverbod. „Niemand hier aan tafel vindt vloeken goed, maar ik vraag me af wat de politierechter doet als iemand terechtstaat voor het bezigen van grof taalgebruik. Het zou een loos artikel zijn dat ons niet verder helpt.”
Dat het verbod niet te handhaven zou zijn, was voor de SGP geen reden het amendement terzijde te schuiven. Neder-Betuwe kent meer plaatselijke verordeningen die in de praktijk nauwelijks houdbaar zijn, stelde Van Tuijl. „Overlast van blaffende honden vinden we kennelijk ernstiger dan vloekende mensen.”