In het boek ”Holenbewoners van de Boswachterij Staphorst” vertelt Blaauw, voormalig postcommandant der rijkspolitie, zijn bevindingen in de natuur. Het boek, dat meer dan 350 pagina’s telt, biedt speciale aandacht aan de nestkastonderzoeken die hij van 1959 tot en met 2002 deed.Blaauw kreeg in 1956 een functie als postcommandant te IJhorst, gemeente Staphorst. Vooruitzicht op vordering in rang binnen het korps was er niet. Toch besloot Blaauw niet meer weg te gaan. De reden lag in de „wondermooie natuur” van de Boswachterij Staphorst.

Kort na zijn komst naar Staphorst merkte Blaauw dat het natuurgebied nauwelijks onder toezicht stond. Dat leidde volgens hem tot stroperij en vernielingen door recreanten. Ook jongeren trokken regelmatig het gebied in om eieren uit vogelnesten te roven. Om het toezicht te regelen besloot Blaauw in 1957 de Natuurbeschermingsvereniging IJhorst, Staphorst en omstreken op te richten. Een jaar later stond hij aan de basis van de Jeugdnatuurwacht.

Blaauws vriend Jan de Wilde (86) ontwierp speciaal voor de boswachterij een kunststofnestkast die weerbestendig was en mogelijkheden tot ventilatie bood. Toen wijlen prins Bernhard, die voorzitter was van het Wereld Natuur Fonds (WNF), zijn zestigste verjaardag vierde, kreeg hij van Blaauw zestig exemplaren van het kastje toegestuurd.

Meer dan veertig jaar deed Blaauw minutieus onderzoek naar alle vogels die in het natuurgebied voorkomen. Hij noteerde alle kenmerken, biotopen, broedtijden, broedsels en ringgegevens van mezen, bonte vliegenvangers, roodborstjes en andere holenbewoners. In zijn vrije tijd volgde Blaauw diverse vogelstudies. Hij ontwikkelde zichzelf tot een ornitholoog (vogelkenner).